Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2941/GA, 28 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:28-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2941/GA

betreft: Klager datum: 28 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 augustus 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, betreffende het achterhouden van een aan de Nationale Ombudsman geadresseerde brief die klager op 7 maart 2016 op de post heeft
gedaan,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Klager heeft zich beklaagd over de gang van zaken bij de beklagcommissie. Wat hiervan zij, de beroepscommissie gaat hieraan voorbij, nu het beklag in beroep opnieuw ten gronde wordt beoordeeld.

De beroepscommissie is in tegenstelling tot de beklagcommissie van oordeel dat klager zijn beklag voldoende nauwkeurig heeft omschreven en het beklag voldoet aan het gestelde in artikel 61, derde lid, van de Pbw. Zij zal de uitspraak van de
beklagcommissie derhalve vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt. Voor zover al vaststaat dat klager een brief heeft verzonden en deze de geadresseerde niet heeft bereikt, overweegt de beroepscommissie dat bij gebreke van een nadere feitelijke onderbouwing niet
aannemelijk wordt geacht dat de brief is achtergehouden. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 28 december 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven