Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3217/TA, 14 december 2016, beroep
Uitspraakdatum:14-12-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3217/TA

betreft: [...] datum: 14 december 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 7 september 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 november 2016, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad is namens het hoofd van FPC Dr. S. van Mesdag, [...], juridisch medewerker, gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen heeft
hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het in vijf dagen tijd tweemaal doorzoeken van klagers kamer op contrabande in de avonduren.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Een kamercontrole vormt een inbreuk op de privacy van de verpleegde, maar is gerechtvaardigd op in de Bvt genoemde gronden. In de
huisregels zijn nadere regels gegeven over de kamercontroles. Een kamercontrole is toegestaan bij wijze van steekproef of om hygiëne- en (brand)veiligheidsredenen. Op jaarbasis vinden ongeveer 260 geplande controles plaats. De patiënten zijn niet van
deze geplande controles op de hoogte. Deze controles vinden overdag plaats. Daarnaast vinden kamercontroles op indicatie plaats. Deze vinden gemiddeld twee à drie keer per maand plaats. Omdat deze controles meer tijd in beslag nemen is het niet altijd
mogelijk deze overdag te laten plaatsvinden. Deze controles vinden dan ook met regelmaat in de avonduren plaats. Tijdens deze controles wordt de kamer volledig gestript. Plafonds, wastafels en ventilatiesystemen worden geïnspecteerd. De gehele
kamercontrole neemt zo’n twee à drie uur in beslag. De medewerkers van de dienst geïntegreerde veiligheid voeren deze controles uit, maar zijn overdag met andere taken belast. Een controle overdag zou onrust veroorzaken op de afdeling. Het kan tevens
van belang zijn dat de verpleegde niet aanwezig is tijdens de controle om te voorkomen dat gezien wordt waar en op welke manier de controle wordt uitgevoerd of omdat de verwachting is dat betrokkene agressief wordt. Dit laatste was het geval: klager
schold en verzette zich tegen de kamercontrole. Ten slotte vinden dergelijke controles na insluiting voor de nacht plaats, omdat patiënten de contrabande vaak na insluiting gebruiken.
In het onderhavige geval werd de kans groot geacht dat klager en een medepatiënt de beschikking hadden over een internetverbinding. Redenen om dit aan te nemen waren een via Facebook verstuurd vriendschapsverzoek aan het slachtoffer van het indexdelict
en het feit dat uit betrouwbare bron was vernomen dat de deze medepatiënt over een telefoon zou beschikken. Dit gaf, tezamen met het feit dat het plan zou bestaan om de afdelingscomputer te hacken, aanleiding om de kamer van klager te controleren. De
kamercontroles van 26 en 31 juli 2016 waren noodzakelijk vanwege de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde, aangezien contact met het slachtoffer was opgenomen, dan wel de handhaving van de orde en veiligheid in de
inrichting in verband met de niet toegestane internetverbinding. De medepatiënt heeft toegegeven dat hij gebruik maakt van een mobiele telefoon.

Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 29, eerste lid, in verbinding met artikel 23, eerste lid, van de Bvt is het hoofd van de inrichting bevoegd de persoonlijke verblijfsruimte van een verpleegde op de aanwezigheid van voorwerpen, die niet in het bezit mogen zijn, te
onderzoeken:
a. indien dit onderzoek plaatsvindt in het kader van het algemeen toezicht op de aanwezigheid van verboden voorwerpen in de persoonlijke verblijfsruimten van verpleegden;
b. indien dit anderszins noodzakelijk is met het oog op de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen dan wel de
handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting.

Het hoofd van de inrichting heeft toegelicht dat geplande controles overdag plaatsvinden en controles op indicatie in de avonduren. Laatstgenoemde controles zijn qua aard aanmerkelijk intensiever en tijdrovender, zodat de beschikbaarheid van voldoende
personeel om deze controles uit te voeren een relevante omstandigheid is voor het bepalen van het tijdstip waarop de controles zullen plaats vinden. De beroepscommissie acht het niet onredelijk om hiervoor de avonduren te gebruiken. De verdenking tegen
klager en zijn medeverpleegde van gebruik van een mobiele telefoon en toegang tot het internet, waarvoor juist na de insluiting ‘s avonds gelegenheid zou kunnen bestaan, is naar het oordeel van de beroepscommissie een bijkomende aanvaardbare reden voor
de kamercontrole in de avonduren in het voorliggende geval, gelet op de zojuist genoemde wettelijke gronden. Dat de wijze waarop de controle in de avonduren plaatsvindt als consequentie kan hebben dat de verpleegde soms een gehele nacht in een andere
kamer moet verblijven zou wel, zo dit enigszins mogelijk is, moeten worden vermeden, maar in het onderhavige geval heeft de beroepscommissie geen omstandigheden aangetroffen voor een oordeel dat dit verblijf onredelijk was. Het beroep van de directeur
zal daarom gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart de klacht alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, prof. dr. H.J.C. van Marle en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 14 december 2016

secretaris voorzitter

Naar boven