Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1929/GB, 17 januari 2003, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1929/GB

Betreft: [klager] datum: 17 januari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 18 september 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. Th.Boumans, advocaat te Heerlen, namens

[...], geboren op [1967], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 september 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de Verslaafden Begeleidingsafdeling (VBA) Overmaze te Maastricht afgewezen en heeft klager vervolgens geselecteerd voor de VBA Demersluis te Amsterdam.

2. De feiten
Klager is sedert 10 januari 2002 gedetineerd. Hij verblijft sedert 16 januari 2002 als preventief gehechte in het h.v.b. Demersluis te Amsterdam. Klager is naar aanleiding van de selectiebeslissing van de selectiefunctionaris van 11juli 2002 naar de VBA Demersluis overgeplaatst, een h.v.b. voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 20 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager ziet niet in waarom hij gedetineerd moet blijven in de buurt van het gerecht waar hij berecht wordt. Een overplaatsing staat het verloop van een goede rechtsgang niet in de weg.
Klager legt een brief over van de huisarts van zijn partner waaruit blijkt dat zij in een moeilijke situatie verkeert nu zij haar gehandicapte moeder verzorgt. Dit is een klemmende reden om niet steeds de lange rit van Heerlen naarAmsterdam en terug te moeten maken die al met al een dag in beslag neemt.
Klager kan de redenering van de selectiefunctionaris over zijn plaatsing op de VBA Demersluis niet volgen. Klager heeft goede begeleiding nodig in het kader van zijn verslaving. Het maakt niet uit of deze begeleiding in Amsterdam ofMaastricht wordt gegeven. Dit is geen reden om een verzoek tot overplaatsing naar Maastricht af te wijzen.
De beslissing is onvoldoende gemotiveerd. Er heeft geen belangenafweging plaatsgevonden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is gedetineerd op bevel van het arrondissementsparket Haarlem. Het is van belang dat gedetineerden in een inrichting in de buurt van het gerecht verblijven. Dit heeft te maken met een efficiënte rechtsgang, kortevervoerslijnen en het daardoor tijdig ter terechtzitting kunnen verschijnen van verdachten. Het openbaar ministerie heeft gelet hierop negatief geadviseerd op het verzoek om overplaatsing. Daar komt bij dat in Maastricht een tekortaan celcapaciteit ten behoeve van strafzaken voor het eigen arrondissement bestaat.
Klager verblijft sinds 16 januari 2002 in het h.v.b. Demersluis en heeft vanaf 6 februari 2002 bijna wekelijks bezoek gehad van onder andere zijn partner. Klager en zijn raadsman hebben in het verzoek om overplaatsing en daarna inde bezwaarschriften verschillende argumenten aangevoerd ter motivering van het verzoek om overplaatsing van klager naar Maastricht. De selectiefunctionaris heeft geconcludeerd dat de aangevoerde argumenten niet betekenen dat klagergeen bezoek ontvangt.
Klagers verslavingsproblematiek rechtvaardigt een plaatsing op een VBA. Nu het h.v.b. Demersluis ook over een VBA beschikt, is een overplaatsing van klager naar de VBA Maastricht niet noodzakelijk.
De selectiefunctionaris is van mening dat de bestreden beslissing voldoende is gemotiveerd en dat daarbij een zorgvuldige belangenafweging is gemaakt.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De beroepscommissie concludeert, gezien de stukken, dat het beroep zich niet richt tegen de beslissing om klager te selecteren voor een VBA, maar tegen de beslissing tot afwijzing van zijn verzoek om overplaatsing naar heth.v.b. te Maastricht. De beoordeling van het beroep zal dan ook tot dat onderdeel worden beperkt.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hetgeen door en namens klager is aangevoerd met betrekking tot de bezoekmogelijkheden kan niet tot een ander oordeel leiden.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 17 januari 2003

secretaris voorzitter

Naar boven