Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2279/GA, 24 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2279/GA

betreft: [klager] datum: 24 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. drs. G.A.S. Maduro, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 juni 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de (aantekening mondelinge) uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 oktober 2016, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, zijn gehoord klagers raadsman en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zoetermeer, [...].
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op 27 oktober 2016 is de uitgewerkte uitspraak ontvangen van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer. Op 31 oktober 2016 is een nadere reactie ontvangen van de directeur van de locatie Zoetermeer. Een afschrift hiervan is op 2 november 2016
gestuurd naar klager en zijn raadsman. Klagers raadsman heeft daarop gereageerd op 10 november 2016. Een afschrift van de laatste reactie is op 14 november 2016 doorgestuurd naar de directeur.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om verlofgeld ad. € 20,= te verstrekken op 9 mei 2016 (363), de hoogte van het bedrag aan reiskostenvergoeding bij verlof (364), het feit dat klager te weinig loon krijgt uitbetaald (365) en het feit dat klager zijn
boodschappen niet heeft ontvangen (366).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Als eerste wordt opgemerkt dat er geen uitgewerkte uitspraak is van de beklagcommissie. Daarnaast werd klager tijdens de behandeling van de beklagzitting weggestuurd. Klager heeft geen kopie van de mondelinge uitspraak ontvangen en hij heeft niet
kunnen
aanhoren wat de redenen zijn om tot ongegrondverklaring van de klachten te komen.
Inhoudelijk wordt als volgt aangevoerd.
363. Klager dacht dat hij € 20,= op zijn rekening-courant had staan, maar hij mocht slechts € 12,= meenemen bij zijn verlof.
364. Het is onduidelijk hoe de hoogte van het reisgeld wordt vastgesteld. Klager komt structureel geld te kort op basis van het openbaar vervoer. Hij heeft € 6,18 aan kosten en krijgt maar € 4,25.
365. Het salaris voor Koningsdag is inmiddels gecorrigeerd. Er wordt gerefereerd aan het oordeel van de beroepscommissie.
366. Er vinden achteraf veel correcties plaats. Hierdoor komt klager bijvoorbeeld bij het doen van boodschappen geld te kort. Dat het saldo later wordt gecorrigeerd is juist, maar klager heeft hier wel last van. Hierdoor komt hij op belangrijke
momenten
– zoals verlof of boodschappen doen – geld te kort.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
363. Klager heeft bij zijn verlof het geldbedrag meegekregen dat op zijn rekening-courant stond op dat moment. Dat geldbedrag wordt dan op verzoek uitgekeerd.
364. De hoogte van het reisgeld wordt vastgesteld door het Shared Service Centre. De directeur zal navragen hoe dit bedrag wordt opgebouwd.
Schriftelijk is aangevoerd dat klager eenmaal € 0,36 teveel is uitgekeerd. Hij ontvangt verder nog € 14,66 aan te weinig uitgekeerde reiskosten.
365. Er heeft een correctie plaatsgevonden op het salaris.
366. Als een gedetineerde onvoldoende saldo heeft om zijn boodschappen te betalen, dan worden de boodschappen niet geleverd. Klager had te weinig geld.

3. De beoordeling
In artikel 67, zesde lid, van de Pbw is bepaald dat indien de beklagcommissie mondeling uitspraak heeft gedaan en beroep wordt ingesteld als voorzien in artikel 69, eerste lid, van de Pbw uitwerking van de beslissing van de beklagcommissie plaatsvindt.
De secretaris van de beklagcommissie zendt een afschrift van deze uitspraak toe aan de directeur, de klager en de beroepscommissie.
De behandeling van het beklag vond plaats op 27 juni 2016 en toen is mondeling uitspraak gedaan. De uitgewerkte uitspraak van de mondelinge beslissing is eerst 26 oktober 2016 verstuurd. De beroepscommissie benadrukt dat het vanuit het oogpunt van een
juiste rechtsbedeling van groot belang is dat door de beklagcommissie voortvarend wordt gehandeld.

Met betrekking tot beklagonderdeel 364 oordeelt de beroepscommissie dat uit de schriftelijke inlichtingen van 31 oktober 2016 van de directeur blijkt dat klager te weinig geld aan reiskosten uitgekeerd heeft gekregen. De beroepscommissie zal het beroep
in zoverre gegrond verklaren, alsook het onderliggende beklag. Voor het ondervonden ongemak zal de beroepscommissie klager een tegemoetkoming toekennen van € 5,=. Zij gaat er hierbij vanuit dat klager de te weinig ontvangen reiskosten alsnog zo snel
mogelijk ontvangt.

Hetgeen in beroep is aangevoerd met betrekking tot beklagonderdelen 363, 365 en 366 kan niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. In beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gedeeltelijk ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met betrekking tot de beklagonderdelen 363, 365 en 366. Zij verklaart het beroep voor het overige gegrond, vernietigt in zoverre
de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag met nummer 364 alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 25 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven