nummers: 16/2647/GA en 16/2656/GA
betreft: Klager datum: 1 december 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen twee uitspraken van 18 juli 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Roermond,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Roermond in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager om de beroepen schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het niet mogen deelnemen aan de sport (16/2647/GA);
b. het niet mogen bestellen bij de inrichtingswinkel op 29 juni 2016 (16/2656/GA).
De beklagrechter heeft het beklag onder a. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder b, op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
a. Klager moet zich opgeven om te kunnen sporten. Klager mocht niet deelnemen aan de sport, omdat de lijst vol was. Het is klager niet te verwijten dat de lijst vol was. Klagers recht op sport is geschonden.
b. Klager is op 28 juni 2016 van de penitentiaire inrichting Haaglanden naar de locatie Roermond overgeplaatst. Klager heeft op 29 juni 2016 het afdelingshoofd gevraagd of klagers bestelling naar de winkel gemaild zou kunnen worden. De bestellingen
worden elke donderdag geleverd. In die week zou er op 30 juni 2016 worden geleverd. Het afdelingshoofd heeft laten weten dat het niet mogelijk was. Klager heeft ook gevraagd of het mogelijk was om beltegoed te krijgen.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
a.
Nu klager niet heeft verduidelijkt op welke datum hij niet mocht deelnemen aan de sport is de beroepscommissie van oordeel dat het beklag onvoldoende nauwkeurig vermeldt over welke beslissing wordt geklaagd. Daarmee voldoet het beklag niet aan het
bepaalde in artikel 61, derde lid, Pbw. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter derhalve vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
b.
Klager heeft in zijn beroepschrift nader toegelicht dat het beklag is gericht tegen het op
29 juli 2016 (de beroepscommissie leest: 29 juni 2016) niet mogen bestellen bij de inrichtingswinkel ten behoeve van de bezorging op 30 juli 2016 (de beroepscommissie leest: 30 juni 2016), omdat het afdelingshoofd heeft geweigerd om klagers winkellijst
door te mailen. Het beklag is derhalve gericht tegen een namens de directeur jegens klager genomen beslissing, waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw, beklag open staat. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter
derhalve vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
In de huisregels van de locatie Roermond is in paragraaf 3.7 bepaald: “U dient de winkellijst tijdig in te vullen, tijdstippen zijn bekend op de afdelingen. Indien u te laat bent met invullen, is er geen mogelijkheid meer om een winkellijst in te
leveren.” Gelet op het feit dat klager een dag voor de bezorging zijn winkellijst wilde inleveren, acht de beroepscommissie aannemelijk dat klager te laat was met het invullen van zijn winkellijst. Nu klager in strijd met de huisregels zijn winkellijst
wilde inleveren, is de beroepscommissie van oordeel dat het afdelingshoofd in redelijkheid namens de directeur heeft kunnen beslissen om klagers winkellijst niet door te mailen naar de winkel. Het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag onder a.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag onder b, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 1 december 2016.
secretaris voorzitter