nummer: 16/2784/GA
betreft: Klager datum: 1 december 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. van Wijk, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 21 juli 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, voor zover daartegen beroep is ingesteld,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing van de directeur van 7 april 2016 tot het uitstellen van het verlenen van compensatie naar aanleiding van de gegrondverklaring in de beklagzaak met kenmerk VU-2015-002217.
De beklagrechter heeft het beklag opgevat als gericht tegen het verloop van een urinecontrole. De beklagrechter heeft het beklag formeel gegrond verklaard, maar aan klager geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft het beklag verkeerd opgevat. De commissie van toezicht heeft laten weten niets meer te kunnen doen aan de kennelijk foutieve
uitspraak.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat de beklagrechter het beklag kennelijk foutief heeft opgevat en niet op de oorspronkelijke klacht heeft beslist. De zaak dient naar het oordeel van de beroepscommissie te worden verwezen naar de beklagrechter bij de
p.i.
Vught teneinde inhoudelijk te oordelen over het hier aan de orde zijnde beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en wijst de zaak terug naar de beklagrechter van de p.i. Vught teneinde op de klacht te beslissen.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 1 december 2016.
secretaris voorzitter