Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3536/GV, 18 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3536/GV

betreft: [klager] datum: 18 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Verschuren, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 oktober 2016 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht.
Klager heeft verzocht om (begeleid) verlof om praktische zaken te regelen rondom een brand in zijn appartement op 6 juli 2016. Klager is via zijn B.V. enig eigenaar van een appartement op de begane grond en hij is werkzaam in de vastgoedwereld. De
bovenliggende appartementen hebben ook schade opgelopen. De bewoners hebben hun woning moeten verlaten. De verbouwing van de bovenliggende woningen kan pas beginnen wanneer de schade van het appartement op de begane grond is hersteld. De eigenaren van
de bovenliggende appartementen hebben aangeboden klagers appartement te kopen. Nu klager zelf niet de schade kan opnemen om te bepalen of het aanbod redelijk is, kan hij ongezien onmogelijk een koopovereenkomst tekenen. De bewoners kunnen de komende
jaren –¬ zolang klager nog vastzit – niet terugkeren naar hun woning. Klager moet persoonlijk de schade opnemen en afspraken maken voor herstel of de verkoop en in overleg treden met de VVE, verzekeraar, aannemer, buren en hypotheekverstrekker. Het
verzoek is afgewezen omdat de noodzaak voor het verlof onvoldoende zou zijn aangetoond. Er is niemand anders die kan waarnemen voor klager, temeer nu klagers zoon eveneens voor enige tijd gedetineerd zit. Tot slot wordt opgemerkt dat conservatoir
beslag
is gelegd op het appartement wegens een eventueel op te leggen schadevergoedingsmaatregel. Klager moet een schadebedrag betalen aan het slachtoffer. Klager wil dit bedrag betalen uit de verkoop van de woning. De vrijhedencommissie heeft positief
geadviseerd. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft negatief geadviseerd. Het OM lijkt nu in de weg te staan tegen voldoening van de schadevergoedingsmaatregel.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het is onvoldoende aangetoond dat klager persoonlijk aanwezig moet zijn. Gesprekken kunnen telefonisch of in de penitentiaire inrichting (p.i.) plaatsvinden. Ook bestaat er de mogelijkheid om zaken schriftelijk af te doen. Nu er sprake is van
betrokkenheid van een verzekeraar, wordt de schade deskundig beoordeeld. Er zijn ook andere mogelijkheden. Hiervoor wordt verwezen naar het advies van het OM.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De vrijhedencommissie van de p.i. Nieuwegein heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Hierbij is geadviseerd om het verlof onder begeleiding van de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) te laten plaatsvinden.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket Den Haag heeft bezwaar tegen verlofverlening. Hierbij is aangegeven dat klager verdacht wordt van feiten – gepleegd met zijn zonen – die voor behoorlijke opschudding in de wijk hebben gezorgd.
Klager heeft hierin een leidende rol gehad. Uit onderzoek is gebleken van collusiegevaar, omdat een familielid opdracht heeft gekregen een getuige/aangever te bezoeken in verband met diens verklaring. Tijdelijke invrijheidstelling brengt ook anderen
(de
aangevers) in gevaar. Er is een risico dat klager zijn straf zal ontlopen door zich aan zijn detentie te onttrekken. De toestemming om het appartement te betreden kan mondeling vanuit de p.i. worden gegeven. Klagers zoon is in vrijheid en kan een
filmpje maken en deze tonen aan klager. Als dat niet mag, dan kan klager het schaderapport van zijn verzekeraar lezen. Het gesprek met de koper en hypotheekverstrekker kan telefonisch of in de p.i. zelf plaatsvinden.
Het verlofadres is geverifieerd en in orde bevonden.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaren, wegens – kort gezegd – openlijke geweldpleging, gijzeling, bedreiging en een poging tot doodslag. Aansluitend dient hij vier dagen subsidiaire hechtenis te ondergaan, wegens een niet uitgevoerde
taakstraf. De einddatum van de detentie is vastgesteld op of omstreeks 25 maart 2020.

Incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. De beroepscommissie is van oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat
zijn aanwezigheid bij de afwikkeling van de brandschade aan zijn appartement en eventuele onderhandelingen ten behoeve van de verkoop van het appartement noodzakelijk is. Hij kan daartoe - onder meer - derden machtigen. Derhalve kan de beslissing van
de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 18 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven