Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2080/TA, 16 januari 2003, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2080/TA

betreft: [klager] datum: 16 januari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 2 oktober 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 16 september 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen (hierna: Van Mesdagkliniek), verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 november 2002, gehouden in de locatie Zwolle te Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Zomer, en namens het hoofd van voormelde inrichting de heer [...],staffunctionaris juridische zaken bij die inrichting. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering van de directeur om aan klager of diens raadsman afschriften van de medische stukken en (dag)rapportages aangaande klager te verstrekken, subsidiair de weigering om klager of diens raadsman inzage teverschaffen in die stukken.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Omstreeks de zitting betreffende de verlenging van klagers terbeschikkingstelling (tbs) is inzage in alle inrichtingsstukken gevraagd. Klager heeft op grond van artikel 19, eerste lid, juncto artikel 20, eerste lid, Bvt, recht opinzage in het verpleegdedossier, met uitzondering van bepaalde stukken. Het is niet begrijpelijk dat klager geen inzage zou mogen hebben in werkaantekeningen die hem betreffen. De werkaantekeningen vormen een soort schaduwdossiervan de maandrapportages. Iedereen maakt er gebruik van. Uit een rapport dat is opgesteld door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (2000, § 3.9) blijkt dat werkaantekeningen indrukken, vragen en vermoedens zijn die de hulpverlenerformuleert als geheugensteun voor een volgend contact met de patiënt of voor de eigen gedachtevorming, de interne dialoog. De werkaantekeningen gaan volgens datzelfde rapport een onderdeel van het verpleegdedossier vormen zodra zetoegankelijk zijn voor anderen, aan anderen worden verstrekt of op andere wijze in de communicatiesfeer terechtkomen en derhalve hun persoonlijke karakter verliezen.
De hoofdregel in de Van Mesdagkliniek is dat klager geen recht heeft op inzage in werkaantekeningen, omdat het overdrachtsrapportages - mededelingen van de ene inrichtingswerker voor de andere - zou betreffen. Dat is prima, maar danmoet het niet gaan om (medische) feitelijkheden betreffende klager. De op de werkaantekeningen gebaseerde maandrapportages doen echter anders vermoeden. De werkaantekeningen worden samengevat in de maandrapportages, die klager welmag inzien. Dit betreft geen geheugensteuntjes, maar feitelijkheden. Klager zou alle hem betreffende stukken minimaal moeten kunnen inzien. Gebleken is dat de feitelijkheden waarop klager doelt in juridische procedures vaak ‘spoken’worden. Het is voor klager dan niet meer mogelijk om deze spoken de wereld uit te helpen. Als hij de werkaantekeningen vooraf zou kunnen inzien, zou hij zich ten minste kunnen voorbereiden op eventuele onjuiste aantijgingen.
De beklagrechter heeft in haar uitspraak overwogen dat klager eventuele onjuistheden in het dossier tijdens de verlengingszitting had kunnen kenbaar maken. Daarbij gaat zij er gemakshalve vanuit dat het gerechtshof, als klager dital had gedaan, de opmerkingen dienaangaande kennelijk heeft verworpen. Helaas blijkt uit deze laatste overweging van de beklagrechter dat haar in het geheel niet duidelijk is hoe een verlengingszitting in zijn werk gaat. De rechterzal klagers verhaal als het wordt weersproken door een beëdigd getuige-deskundige, terwijl klager het niet kan onderbouwen met schriftelijke stukken, per definitie niet aannemelijk achten.
Het is niet duidelijk waarom het hoofd van de inrichting niet in zijn verweerschrift heeft gesteld dat de werkaantekeningen na een paar dagen worden vernietigd. Als de werkaantekeningen er niet meer zijn heeft het ook geen zin ominzage daarvan te verzoeken. Blijkbaar was dit in de beklagfase dan ook geen overweging van belang.
Overigens werd klager de inzage in maandrapportages in eerste instantie ook geweigerd. Pas toen hij hierover in beklag ging, kreeg hij inzage daarin.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt onder verwijzing naar zijn verweerschrift d.d. 21 november 2001 als volgt toegelicht.
De werkaantekeningen, ook wel aangeduid als dagrapportages, zijn aantekeningen om de werkoverdracht tussen personeel te vergemakkelijken. De dagrapportages worden alleen ter ondersteuning van het werk van het personeel gebruikt. Hetzijn slechts geheugensteuntjes voor het inrichtingspersoneel. De belangrijkste gegevens uit deze dagrapportages worden expliciet verwerkt in de maandrapportages die klager wel kan inzien. Nadat de maandrapportage tot stand isgekomen, worden de onderliggende dagrapportages vernietigd. Het is niet mogelijk dat de dagrapportages een eigen leven gaan leiden. Deze worden accuraat samengevat in de maandrapportages.

3. De beoordeling
Artikel 20, eerste lid, Bvt bepaalt dat de verpleegde, behoudens de overeenkomstig het tweede lid en derde lid te stellen beperkingen, recht heeft op kennisneming van de in het verpleegdedossier vastgelegde gegevens.

In de artikelen 19, eerste lid, Bvt en 30 Reglement verpleging ter beschikking gestelden wordt een opsomming gegeven van gegevens die in ieder geval in het verpleegdedossier worden opgenomen. De dagrapportages of werkaantekeningenworden in die artikelen niet genoemd, zodat ze niet reeds om die reden kunnen worden aangemerkt als onderdeel van het verpleegdedossier.

Nu de dagrapportages of werkaantekeningen als basis kunnen dienen voor maandrapportages is het van belang vast te stellen of deze rapportages of aantekeningen op een andere (wettelijke) grond onderdeel kunnen uitmaken van hetverpleegdedossier.

In haar uitspraak d.d. 13 juli 1998 (C 98/86) heeft de beroepscommissie, in navolging van de beklagcommissie en (onder andere) onder verwijzing naar onderdeel 2.11 van de Memorie van Toelichting bij de Bvt, bepaald dat dit niet hetgeval is.
Zij heeft daarbij overwogen dat dagrapportages niet-gesystematiseerde werkaantekeningen zijn die worden gebruikt ter ondersteuning van de dagelijkse werkzaamheden van het inrichtingspersoneel. Zij dienen als vervangingsmiddel voordirecte mondelinge intercollegiale informatieoverdracht en vormen om die reden geen basis voor de verpleging en behandeling van tbs-gestelden, maar zijn veeleer een geheugensteun bij het opstellen van later op te maken(maand)rapportages.

De mededeling van het hoofd van de Van Mesdagkliniek in het onderhavige geval dat de dagrapportages met enige regelmaat worden vernietigd, onderschrijft deze zienswijze.

De beroepscommissie overweegt dat het belang van klager bij inzage van de maandrapportage, bijvoorbeeld in verband met adviezen ten behoeve van de verlenging van zijn tbs, duidelijk is. Dat belang brengt echter (thans) niet eenonvoorwaardelijk recht op inzage van de dagrapportages met zich mee. Nu de dagrapportages (gedeeltelijk) als basis kunnen dienen bij het opstellen en uitwerken van de maandrapportages moet het voor klager echter wel mogelijk zijn omde inrichting te attenderen op eventuele feitelijke onjuistheden in de maandrapportage en/of om deze onjuistheden aan de orde te stellen. De inrichting dient er om die reden op toe te zien dat er in de dagrapportages, indien en voorzover deze worden gebruikt als uitgangspunt bij het opstellen van de maandrapportages, geen onjuistheden, aan gerede twijfel onderhevige feiten, of ongeverifieerde suggestieve opmerkingen voorkomen, c.q. dat zulke onjuistheden,twijfelachtigheden of suggestieve opmerkingen niet in de maandrapportage doorwerken.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan gezien het vorenstaande naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere uitspraak leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. G.A.M. Mensing en mr. C.L. van den Puttelaar, leden, in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kruithof, secretaris, op 16 januari 2003

secretaris voorzitter

nummer: 02/2080/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 6 november 2002, gehouden in de locatie Zwolle te Zwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: drs. G.A.M. Mensing en mr. C.L. van den Puttelaar.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. D.R. Kruithof.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Zomer, en namens het hoofd van de Dr. S. van Mesdagkliniek, de heer [...], staffunctionaris juridische zaken bij die inrichting.

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Omstreeks de zitting betreffende de verlenging van klagers terbeschikkingstelling (tbs), is inzage in alle inrichtingsstukken gevraagd. Klager heeft recht op inzage in het verpleegdedossier, met uitzondering van bepaalde stukken.Het is echter niet begrijpelijk dat klager geen recht op inzage heeft in werkaantekeningen die hem betreffen. De werkaantekeningen vormen een soort schaduwdossier van de maandrapportages. Iedereen maakt er gebruik van. De hoofdregelin de Van Mesdagkliniek is dat klager geen recht op inzage in de werkaantekeningen heeft, omdat het overdrachtsrapportages - mededelingen van de ene inrichtingswerker voor de andere – zou betreffen. Dat is prima, maar dan moet hetniet gaan om (medische) feitelijkheden betreffende klager. De op de werkaantekeningen gebaseerde maandrapportages doen echter anders vermoeden. De werkaantekeningen worden samengevat in de maandrapportages, die klager wel maginzien. Dit betreft geen geheugensteuntjes, maar feitelijkheden. Klager zou alle hem betreffende stukken minimaal moeten kunnen inzien. Gebleken is dat de feitelijkheden waarop klager doelt in juridische procedures vaak ‘spoken’worden. Het is voor klager dan niet meer mogelijk om deze spoken de wereld uit te helpen. Als hij de werkaantekeningen vooraf zou kunnen inzien, zou hij zich ten minste kunnen voorbereiden op eventuele onjuiste aantijgingen.
Het is niet duidelijk waarom het hoofd van de inrichting niet in zijn verweerschrift heeft gesteld dat de werkaantekeningen na een paar dagen worden vernietigd. Als de werkaantekeningen er niet meer zijn heeft het ook geen zin ominzage daarvan te verzoeken. Blijkbaar was dit in de beklagfase dan ook geen overweging van belang.
Overigens werd klager de inzage in maandrapportages in eerste instantie ook geweigerd. Pas toen hij hierover in beklag ging, kreeg hij inzage daarin.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep - zakelijk weergegeven - onder verwijzing naar zijn verweerschrift d.d. 21 november 2001 het volgende verklaard.
De werkaantekeningen, ook wel aangeduid als dagrapportages, zijn aantekeningen om de werkoverdracht tussen personeel te vergemakkelijken. De dagrapportages worden alleen ter ondersteuning van het werk van het personeel gebruikt. Hetzijn slechts geheugensteuntjes voor het inrichtingspersoneel. De belangrijkste gegevens uit deze dagrapportages worden expliciet verwerkt in de maandrapportages die klager wel kan inzien. Nadat de maandrapportage tot stand isgekomen, worden de onderliggende dagrapportages vernietigd. Het is niet mogelijk dat de dagrapportages een eigen leven gaan leiden. Deze worden accuraat samengevat in de maandrapportages.

secretaris voorzitter

Naar boven