Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2812/GB, 15 november 2016, beroep
Uitspraakdatum:15-11-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2812/GB

Betreft: [Klager] datum: 15 november 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.B.M. Poppelaars, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 augustus 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 26 februari 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Dordrecht. Op 1 juli 2016 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Vught, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst van de p.i. Dordrecht naar de p.i. Vught vanwege een melding van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP). Aanleiding voor deze melding was een anonieme brief aan het landelijk parket waaruit zou blijken dat klager
voornemens was de inrichting te ontvluchten. De brief wordt betrouwbaar geacht nu deze informatie zou bevatten over privéomstandigheden van een inrichtingsmedewerker, het veranderde dagprogramma, het registratienummer van een medegedetineerde en een
verandering van de werkzaamheden. Volgens klager betreft dit echter informatie die voor iedere gedetineerde en medewerker in de p.i. Dordrecht voorhanden is en duidt dit geenszins op enige mate van betrouwbaarheid van de melding. Blijkens onderzoek is
de informatie niet kunnen worden geverifieerd en evenmin is de schrijver kunnen worden geïdentificeerd. Klager meent dat de anonieme brief een streek is van iemand die niet het beste met hem voor heeft. Volgens klager was op basis van de anonieme brief
geen noodzaak tot overplaatsing en is de beslissing hiertoe niet proportioneel en subsidiair, nu volstaan had kunnen worden met een cel-inspectie of toezicht tijdens het luchten.
Voorts stelt klager dat hij vanwege zijn overplaatsing naar de p.i. Vught op het moment van instellen van beroep reeds zes weken geen bezoek heeft ontvangen. Hij heeft verzocht overgeplaatst te worden naar de locatie Zoetermeer of naar de p.i. Groot
Alphen te Alphen aan den Rijn, nu deze inrichtingen voor zijn bezoek, dat uit Rotterdam afkomstig is, beter te bereiken zijn. Klager wenst te worden gehoord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij het landelijk parket is een anonieme brief binnengekomen die onder de aandacht van de directeur van de p.i. Dordrecht is gebracht. In de brief wordt gesproken over een poging van klager de inrichting te ontvluchten door middel van een vuurwapen dat
tijdens een luchtmoment van buitenaf over de muur zou worden gegooid en waarmee klager medewerkers zou willen gijzelen. De brief bevat specifieke informatie ten aanzien van de privéomstandigheden van een inrichtingsmedewerker, het veranderde
dagprogramma, het registratienummer van een medegedetineerde en een verandering in de werkzaamheden, zodat de inhoud van de brief volgens de selectiefunctionaris niet kan worden genegeerd. Volgens de selectiefunctionaris was het niet aannemelijk dat
het
vermeende vuurwapen bij een cel-inspectie zou worden aangetroffen. In het kader van de orde, rust en veiligheid binnen de inrichting heeft de directeur de selectiefunctionaris verzocht klager over te plaatsen naar een andere inrichting. De
selectiefunctionaris heeft geen enkel risico willen nemen en heeft derhalve besloten het verzoek van de directeur te honoreren en klager over te plaatsen naar de p.i. Vught. De reisafstand van Rotterdam naar Vught acht de selectiefunctionaris overigens
acceptabel.

4. De beoordeling
4.1. Namens klager is verzocht te worden gehoord. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu zij zich op basis van de stukken in het dossier voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

4.2. De gevangenis van de p.i. Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Als onweersproken staat vast dat op 15 juni 2016 een anonieme brief over een vermeende vluchtpoging van klager met behulp van een vuurwapen aan het landelijk parket van het Openbaar Ministerie is gestuurd. Deze brief is door de secretaris bij
de
selectiefunctionaris opgevraagd en aan partijen verzonden. Hierin is specifiek beschreven dat klager de inrichting zou trachten te ontvluchten door een medewerker te gijzelen, waarbij hij gebruik zou maken van een vuurwapen dat tijdens het luchten van
buitenaf over een muur zou worden geworpen. Hiervan is melding gemaakt bij het GRIP, dat een onderzoek heeft ingesteld naar de afzender van de brief. De directeur van de p.i. Dordrecht heeft naar aanleiding van voornoemde brief de selectiefunctionaris
verzocht klager, in het kader van het bewaren van de orde, rust en veiligheid binnen de inrichting, over te plaatsen naar een andere inrichting. De selectiefunctionaris heeft, gelet op deze concrete informatie en op de feiten waarvoor klager in eerste
aanleg en in hoger beroep is veroordeeld – waaronder een levensdelict met vuurwapengeweld – risico’s ten aanzien van de orde, rust en veiligheid binnen de inrichting uit de weg willen gaan. De beroepscommissie oordeelt, alles overziende, dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid het verzoek van de directeur heeft kunnen honoreren. Nochtans betreurt de beroepscommissie het dat de selectiefunctionaris niet heeft toegelicht op welke gronden expliciet is gekozen voor de p.i. Vught in het kader
van een overplaatsing.

Gelet op de in de brief vermelde feiten en omstandigheden en het specifieke karakter daarvan kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als
onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Dat het onderzoek geen afzender heeft opgeleverd en het GRIP de inhoud van de brief naar aanleiding van het ingestelde onderzoek niet heeft kunnen verifiëren doet hieraan niet af.

4.4. Klager geeft de door hem als zwaar ervaren consequenties weer, die het gevolg zijn van de keuze voor overplaatsing naar de p.i. Vught. De selectiefunctionaris heeft deze consequenties afgedaan door te stellen dat de reisafstand van Rotterdam
naar Vught acceptabel is voor bezoekers. De beroepscommissie acht deze reactie zeer summier. Nu de bezoekproblemen door klager evenwel niet nader, anders dan reistijd, zijn onderbouwd, kan de beslissing van de selectiefunctionaris in stand blijven. Het
beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4.5. Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat klager, voor zover hij heeft aangegeven een overplaatsing naar de locatie Zoetermeer, dan wel de p.i. Groot Alphen te beogen, de selectiefunctionaris hiertoe ingevolge artikel 18, eerste lid
onder
a, van de Pbw een met redenen omkleed verzoek kan doen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 15 november 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven