Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2204/GA, 25 oktober 2016, beroep
Uitspraakdatum:25-10-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2204/GA

betreft: [klager] datum: 25 oktober 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Veenhuizen, locatie Esserheem,

gericht tegen een uitspraak van 17 juni 2016 van de beklagcommissie bij voornoemde p.i.,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Veenhuizen, locatie Esserheem in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw,
mr. G. van der Zee, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beperking van klagers algemeen verlof tot dertig uur in plaats van zestig uur.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en ter zake (nog) geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Op grond van artikel 30, eerste lid, Pbw heeft de directeur de bevoegdheid een gedetineerde te verplichten urine af te staan. Ten einde de gang van zaken in de inrichting beheersbaar te houden, is het van belang dat de directeur grip houdt op het
gebruik van en de handel in gedrag beïnvloedende middelen binnen de inrichting. Dit is in het verlengde van het landelijke drugsontmoedigingsbeleid.
Klager heeft op 7 april 2016 een urinecontrole ondergaan. Uit de waarden van deze urinecontrole is gebleken dat klager positief heeft gescoord op cannabis, te weten meer dan 1000 ug/l. Klager is geen disciplinaire straf opgelegd, omdat op het moment
dat
de directeur een beslissing wilde nemen op het aangezegde rapport, werd geconstateerd dat de termijn van 24 uur ruimschoots was overschreden, terwijl uit de jurisprudentie van de RSJ volgt dat binnen 24 uur een beslissing dient te worden genomen na
aanzegging van een verslag. De beklagcommissie heeft in haar uitspraak geoordeeld dat de intrekking van het eerstvolgende verlof niet losstaat van de disciplinaire straf en dat dit als één geheel wordt gezien dat ook slechts in zijn geheel kan worden
opgelegd. Op grond van artikel 15 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, hierna de Regeling, kent het algemeen verlof een maximale duur van zestig uur. De directeur is bevoegd verlof voor een kortere duur toe te kennen. Bij de beslissing
is de directeur uitgegaan van het landelijke drugsontmoedigingsbeleid, waarin is bepaald dat na een eerste positieve urinecontrole op softdrugs de helft van het eerstvolgende verlof wordt ingetrokken. Dat aan klager geen disciplinaire straf is
opgelegd,
doet hier niet aan af. Klager heeft immers positief gescoord op de afgenomen urinecontrole. Ook in de huisregels staat vermeld dat een positieve urinecontrole gevolgen voor verlof kan hebben.

Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager blijft bij zijn stelling dat vanwege de termijnoverschrijding geen straf meer kan worden opgelegd en dus ook niet een deel van de straf. Klager zou bij gegrondverklaring van het beklag graag de standaard financiële tegemoetkoming ontvangen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat de tenuitvoerlegging van eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraffen van respectievelijk een maand en vijf maanden, wegens gekwalificeerde vermogensdelicten en bedreiging. De einddatum van klagers detentie is thans bepaald op 16
maart 2017.

De directeur heeft klagers eerstvolgende verlof na een positieve urinecontrole beperkt tot dertig uur in plaats van zestig uur.

Op grond van artikel 17, derde lid, Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting is de directeur bevoegd op een verzoek om verlof te beslissen.
Algemeen verlof wordt, gelet op artikel 15 van de Regeling, verleend voor een duur van maximaal zestig uur.

De reden voor de directeur om aan klager geen zestig uur algemeen verlof maar dertig uur algemeen verlof te verlenen, was dat klager zes dagen tevoren een positieve uitslag op het gebruik van cannabis had, meer dan 1000 ug/l. Volgens het landelijk en
in
de inrichting gehanteerde drugsontmoedigingsbeleid wordt bij een eerste keer geconstateerd gebruik van softdrugs de helft van het eerstvolgende verlof ingetrokken.

De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing klagers eerstvolgende verlof na een positieve urinecontrole tot dertig uur te beperken geen disciplinaire straf is en losstaat van het feit dat een ter zake opgemaakt verslag niet heeft geleid tot
strafoplegging, omdat het verslag te laat is afgedaan.

Het hiervoor vermelde rechtvaardigt een beperking van klagers algemeen verlof tot dertig uur en die beslissing van de directeur kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op artikel 4, eerste lid aanhef en onder c en d, van de
Regeling, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 oktober 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven