Nummer: 16/3005/GB
Betreft: [klager] datum: 25 oktober 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.S. Rozenbeek, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 25 augustus 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 10 oktober 2016 door twee leden van de Raad gehoord. Van hetgeen door en namens klager naar voren is gebracht is een verslag opgemaakt. Dat verslag is aan klager, zijn raadsman en de selectiefunctionaris
gestuurd. De selectiefunctionaris is in de gelegenheid gesteld daarop schriftelijk te reageren. Van deze gelegenheid is geen gebruikt gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 26 maart 2015 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.
Op 22 augustus 2016 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Lelystad, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep schriftelijk als volgt - samengevat - toegelicht.
Klager erkent dat hij een keer te laat is teruggekomen in de inrichting. De oorzaak hiervan was dat een persoon op het laatste moment verhinderd was klager tijdig bij de inrichting af te zetten. Klager heeft de inrichting hiervan tijdig op de hoogte
gesteld.
Door en namens klager is het beroep mondeling als volgt - samengevat en zakelijk weergegeven - toegelicht.
Klager erkent dat hij op 2, 4 en 11 augustus 2016 niet aanwezig was bij het zwembad in Alkmaar. Klager was bij zijn gezin. Aan klager is nimmer te kennen gegeven dat hij verplicht is aanwezig te zijn op een door hem gekozen plaats.
De bestreden beslissing is volgens klager buitenproportioneel.
Voorts is namens klager aangevoerd dat het GPS-controlemiddel lijkt te worden ingezet voor meeromvattend gebruik, omdat er historische gegevens van worden opgevraagd. Namens klager wordt gesteld dat onduidelijk is waarop die bevoegdheid wordt ontleend,
en dat klager nimmer het locatiegebod of het locatieverbod heeft overtreden. Daarbij wordt verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 oktober 2014, ECLI:NL:RBDHA:2014:12142.
Klager vraagt zich overigens af waarom hem niet eerst een waarschuwing is gegeven. Hij heeft zich altijd aan de regels gehouden en hij heeft volgens hem positief gedrag vertoond.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing schriftelijk als volgt
- samengevat - toegelicht. Uit het selectieadvies en de opgevraagde GPS-gegevens blijkt dat klager op 2, 4 en 11 augustus 2016 aanwezig was op een andere plek dan was afgesproken. Afgesproken was dat hij op die dagen naar het zwembad in Alkmaar zou
gaan. Hier is hij niet geweest.
3.3. De directeur van de p.i. Heerhugowaard heeft geadviseerd tot terugplaatsing van klager naar een gevangenis, omdat hij drie keer aanwezig is geweest op een andere plek dan met hem was afgesproken.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Onweersproken is dat klager op 2, 4 en 11 augustus 2016 niet aanwezig is geweest op de met hem afgesproken plek, te weten het zwembad in Alkmaar. Voorts blijkt uit de stukken dat klager in augustus 2016 eenmaal anderhalf uur te laat is
teruggekeerd in de inrichting. Klager heeft zich mitsdien niet aan gemaakte afspraken gehouden. Gelet hierop kan de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk
worden aangemerkt.
4.4. De beroepscommissie merkt nog op dat de bijzondere voorwaarde ‘controle door middel van aansluiting GPS’, die gold tijdens klagers verblijf in de zeer beperkt beveiligde inrichting, de bevoegdheid impliceert GPS-gegevens van de enkelband op te
vragen.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 25 oktober 2016.
secretaris voorzitter