Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1747/SGA, 24 mei 2016, schorsing
Uitspraakdatum:24-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/1747/SGA
Betreft : [klager] datum: 24 mei 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Roermond.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie, inhoudende de (terug)plaatsing van verzoeker naar het basisprogramma.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 23 mei 2016 alsmede van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie bij de locatie Roermond inhoudende dat er in verband met een ict-storing niet
kan worden nagegaan of er al dan niet een klaagschrift van verzoeker is ontvangen.

1. De beoordeling
Door een ict-storing is op dit moment niet duidelijk of er al dan niet een klaagschrift door verzoeker is ingediend. Nu verzoeker in zijn schorsingsverzoek heeft aangegeven op 20 mei 2016 een klaagschrift te hebben ingediend bij de beklagcommissie van
de locatie Roermond acht de voorzitter vooralsnog voldoende aannemelijk dat er een klaagschrift is ingediend bij die beklagcommissie.

Bij de thans bestreden beslissing heeft de directeur van de locatie Roermond verzoeker in het basisprogramma geplaatst onder meer wegens verdenking van het plegen van een strafbaar feit tijdens detentie. Uit de inlichtingen van de directeur komt naar
voren dat verzoeker zich in verband met deze verdenking op 4 februari 2016 op het politiebureau heeft moeten melden voor verdere ondervraging en dat hij hierna is heengezonden met een dagvaarding. Op grond van het bovenstaande gaat de voorzitter er van
uit dat verzoeker wordt vervolgd voor een tijdens detentie gepleegd misdrijf.

In artikel 1e, aanhef en onder b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden is bepaald dat gedetineerden die vervolgd worden voor het in detentie plegen dan wel medeplegen van misdrijven, uitgesloten worden van promotie dan
wel verblijf in een plusprogramma. Er is in dit geval dus geen sprake van een beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 60 van de Pbw maar slechts van een mededeling omtrent een op grond van de wet voorgeschreven terugplaatsing. Tegen een
dergelijke terugplaatsing staat geen rechtsmiddel open en daarvan kan ook niet om schorsing worden verzocht.
Verzoeker kan daarom niet worden ontvangen in zijn verzoek.

2. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van
B.A. Bogaars, secretaris, op 24 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven