Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2190/GA, 12 oktober 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-10-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2190/GA

betreft: [klager] datum: 12 oktober 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 juli 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Leeuwarden in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.H. Tiemens om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het tweemaal niet ontvangen van loon, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Doordat klager geen loon heeft ontvangen, kon hij niet alle boodschappen betalen en heeft hij in de betreffende week niet kunnen telefoneren. Ter zitting
van de beklagcommissie van 24 juni 2016 stelde de directeur dat het achterstallige loon inmiddels was bijgeschreven. Na de zitting bleek echter dat het loon nog niet was bijgeschreven. Klager heeft in totaal zelfs vier dagen geen loon ontvangen in
plaats van twee dagen. Klager ontvangt namelijk € 3,04 per dag en hij heeft een overzicht overgelegd waaruit blijkt dat op 28 juni 2016 een bedrag van € 12,16 is bijgeschreven.

De directeur persisteert bij zijn standpunt zoals ingenomen bij de beklagcommissie en heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Uit de onderliggende stukken van de beklagprocedure maakt de beroepscommissie op dat op 23 en 24 mei 2016 ten onrechte geen loon is uitgekeerd aan klager. Uit het door klager in beroep overgelegde rekening courant overzicht betreffende de periode van
25
juni 2016 tot 1 juli 2016 blijkt dat op 28 juni 2016 een bedrag van € 12,16 is bijgeschreven ter bijboeking/correctie van het loon van 27 juni 2016. Dit betreft een andere periode dan de periode waarop het beklag was gericht. De beroepscommissie gaat
er
derhalve vanuit dat het achterstallige loon van 23 en 24 mei 2016 is bijgeschreven, zoals de directeur ter zitting van de beklagcommissie heeft aangevoerd. De beroepscommissie kan zich overigens niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie
geen
tegemoetkoming toe te kennen. Klager heeft door de gang van zaken evenwel ongemak ondervonden. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming van € 5,= worden toegekend.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 12 oktober 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven