Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2206/GM, 27 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:27-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2206/GM

betreft: [klager] datum: 27 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.W. Bouwman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Hoogvliet,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 21 juni 2016 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Klager, zijn raadsvrouw mr. M.W. Bouwman en de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Hoogvliet zijn niet verschenen bij de behandeling van het beroep ter zitting van de beroepscommissie van 14 september 2016 in Justitieel Complex Zaanstad.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 24 mei 2016, betreft het feit dat de inrichtingsarts klager geen Predforte oogdruppels wilde voorschrijven.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Namens klager is de klacht als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft een ernstige ziekte en krijgt al tien jaar Predforte oogdruppels voorgeschreven. In de locatie Hoogvliet krijgt klager deze druppels niet, terwijl hij hier
herhaaldelijk om heeft verzocht. De medische dienst heeft de medicatie meermalen bij de apotheek besteld, maar deze bleek niet leverbaar. Van het voorgeschreven alternatief (Prednisolon Minims) kreeg klager last van zijn ogen. Klager is van mening dat
hij niet de vereiste zorg heeft ontvangen. Klaarblijkelijk is geen enkele poging ondernomen zijn medicatie elders te verkrijgen. Kennelijk heeft de medische dienst zich neergelegd bij de leveringsproblemen. Toen klager last kreeg van de alternatieve
oogdruppels zijn evenmin inspanningen geleverd klager wel de juiste medicatie te verstrekken.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het medisch dossier volgt dat klager op 21 januari 2016 de inrichting is binnengekomen. Hij heeft de ziekte van Behçet. In het medisch dossier is vermeld dat klager al jaren geen medicatie meer gebruikt. Op 15 februari 2016 heeft klager verzocht om
Predforte oogdruppels. Omdat Predforte niet leverbaar bleek te zijn, zijn Prednisolon oogdruppels besteld. Toen ook deze niet geleverd konden worden in verband met distributieproblemen gaf de apotheek aan dat zij Dexamethason zou opsturen. Dit is een
sterker middel. Nu klager naar het oordeel van de beroepscommissie onvoldoende heeft toegelicht welke problemen hij als gevolg van de alternatieve oogdruppels heeft ervaren en voorts uit het dossier volgt dat de inrichtingsarts voldoende inspanningen
heeft verricht, is de beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, J.G.J. de Boer en dr. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 27 september 2016

secretaris voorzitter

Naar boven