Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3156/GB, 20 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/3156/GB

Betreft: [Klager] datum: 20 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 september 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 26 september 2016 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 22 maart 2016 is klager opgeroepen zich op 11 april 2016 te melden in de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van 90 dagen gevangenisstraf. Op 25 maart 2016 heeft klager verzocht om uitstel, waarna op 29 maart 2016 aan klager uitstel is verleend tot
12
september 2016. Op 8 september 2016 heeft klager opnieuw verzocht om uitstel, waarna hem op 9 september 2016 wederom uitstel is verleend, ditmaal tot 26 september 2016. Op 15 september 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat op 15
september 2016 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij wenst de behandeling van het door hem ingediende gratieverzoek buiten detentie af te wachten. Daarenboven brengt hij in beroep een aantal klemmende persoonlijke omstandigheden naar voren. De
eerste betreft zijn werk. Hij heeft een eigen bedrijf en dient vervanging te regelen en rehabilitatie te verkrijgen. Daarnaast draagt klager de zorg voor zijn partner en pasgeboren zoontje. Zijn partner heeft (onder meer) de ziekte van Lyme, is
afhankelijk van een zuurstofapparaat en slikt veel medicijnen. Zij is intolerant voor licht en geluid. Op 7 augustus 2016 is zijn zoontje geboren. Klager verzorgt niet alleen zijn partner, maar ook zijn pasgeboren zoontje, daar zijn partner hiertoe
niet
in staat is. Aan klager is op 29 maart 2016 reeds uitstel verleend tot 12 september 2016. Hij heeft gekeken naar vervangende verzorging, maar hij heeft thans nog geen oplossing kunnen vinden. Hij verwacht dat dit op korte termijn ook niet gaat lukken.
Klager verzoekt primair omzetting van zijn gevangenisstraf in een taakstraf. Daarnaast verzoekt hij nader uitstel tot 2 januari 2017, zodat hij actief kan zoeken naar nadere oplossingen omtrent de zorg voor zijn partner en pasgeboren zoon.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Op 9 september 2016 is aan klager uitstel verleend tot 26 september 2016. Op dat moment bestond nog geen uitsluitsel over de vraag of aan het door klager ingediende
gratieverzoek mogelijk opschortende werking toekomt. In de beslissing van 9 september 2016 is volgens de selectiefunctionaris duidelijk vermeld dat het uitstel verleend werd in afwachting van een reactie van de afdeling Gratie van de Dienst Justis op
de
vraag of aan klagers gratieverzoek opschortende werking heeft. Op 15 september 2016 is aan de selectiefunctionaris te kennen gegeven dat het gratieverzoek van rechtswege geen opschortende werking heeft. Op 29 maart 2016 is aan klager uitstel verleend
tot 12 september 2016 vanwege de noodzaak tot het zoeken naar vervanging in verband met klagers bedrijf en de zorg voor zijn zieke partner. In deze beslissing is uitdrukkelijk aangegeven dat klager de periode waarover uitstel was verleend, diende te
gebruiken teneinde hiervoor een oplossing te zoeken. Nu klager te kennen heeft gegeven hangende het gratieverzoek te hebben gekeken naar vervangende verzorging, doet dit de selectiefunctionaris vermoeden dat klager – nu het gratieverzoek is ingediend
op
25 augustus 2016 – weinig actief is geweest in het zoeken naar een oplossing voor de door hem benoemde problemen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verzoekt om uitstel teneinde vervanging te regelen in het kader van zijn bedrijf en vanwege de zorg voor zijn partner en pasgeboren zoon. Hij wenst bovendien de behandeling van zijn gratieverzoek buiten detentie af te wachten. De
beroepscommissie stelt voorop dat een ingediend gratieverzoek, gelet op het bepaalde in artikel 558a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 1, eerste lid en artikel 2, aanhef en onder a, sub 1, van het Besluit aanvang
tenuitvoerlegging straffen en maatregelen, geen opschortende werking heeft. Daarnaast stelt zij vast dat klager reeds op 22 maart 2016 was opgeroepen zich op 11 april 2016 te melden. De selectiefunctionaris heeft vervolgens naar aanleiding van een
namens klager ingediend bezwaarschrift conform diens verzoek uitstel verleend tot 12 september 2016 teneinde klager in staat te stellen voorzieningen te treffen voor zijn werk en vervangende verzorging te regelen voor zijn partner. Niet is gebleken
welke stappen klager sindsdien heeft ondernomen. Voorts heeft klager, mede gelet op de eerder ingewilligde uitstelverzoeken, voldoende gelegenheid gehad te anticiperen op zijn aankomende detentie.

Gelet op het vorenstaande en in aanmerking nemende dat klager de medische noodzaak voor uitstel van zijn melddatum niet heeft onderbouwd, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle
in
aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 20 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven