Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2467/GB, 19 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:19-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2467/GB

Betreft: [Klaagster] datum: 19 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.T. van Rhijn, namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 29 juni 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klaagsters verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Nieuwersluis afgewezen.

2. De feiten
Klaagster is sedert 2 december 2014 gedetineerd. Zij verblijft in de gevangenis van de locatie Ter Peel te Sevenum.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht.
Klaagster verblijft in de gevangenis van de locatie Ter Peel. In dezelfde inrichting verblijft de weduwe van de man die door klaagsters echtgenoot om het leven is gebracht. Als gevolg hiervan is een vete ontstaan tussen de familie van klaagsters
echtgenoot en de familie van het slachtoffer, welke inmiddels reeds twaalf jaren voortduurt. De bezoeklijsten en –tijden worden gepubliceerd binnen de afdelingen van het cellencomplex op een wijze dat voor medegedetineerden bekend is wanneer eenieder
bezoek ontvangt en van wie. Gelet op het vorenstaande is volgens klaagster een confrontatie tussen beide families niet uit te sluiten. Daarnaast vermeldt klaagster lichamelijke klachten ten gevolge van de stress die de hiervoor beschreven situatie haar
oplevert, die zich uiten in zuurstoftekort en flauwvallen. Om die reden is klaagster inmiddels in een meerpersoonscel geplaatst. Zij vreest echter dat haar celgenote, wanneer deze verplaatst wordt naar een andere cel, vervangen wordt door voornoemde
medegedetineerde wier echtgenoot door klaagsters echtgenoot om het leven is gebracht, of een lid van haar familie. Gezien deze situatie durft klaagster het niet aan haar kinderen uit te nodigen. Hoewel de locatie Ter Peel maatregelen heeft getroffen
teneinde dit gevaar te beteugelen, zoals het plaatsen op verschillende afdelingen, sluit dit volgens klaagster niet uit dat zij voornoemde medegedetineerde kan treffen op de gangen of in gezamenlijke ruimten. Klaagster meent dat de locatie Ter Peel het
vereiste veiligheidsniveau niet kan garanderen. Zij tracht immer confrontaties te ontlopen door zo veel mogelijk op cel te verblijven en zich zo min mogelijk binnen de inrichting te bewegen. Klaagsters echtgenoot is bereid alle openstaande boetes van
klaagster te voldoen, zodat zij mogelijk eerder in vrijheid zou kunnen worden gesteld teneinde aan voornoemde situatie een einde te maken. Klaagster meent dat zij door de locatie Ter Peel, vanwege het beleid van de inrichting, extra wordt gestraft.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De locatie Ter Peel heeft verschillende maatregelen getroffen teneinde het risico op een confrontatie tussen klaagster en haar medegedetineerde, wier
echtgenoot
door klaagsters echtgenoot om het leven is gebracht, tot een minimum te beperken. Klaagster en de desbetreffende medegedetineerde verblijven op verschillende afdelingen en volgen derhalve afwijkende dagprogramma’s. Daarnaast gelden voor beiden
gescheiden bezoekmomenten. De locatie Ter Peel heeft na onderzoek geen aanwijzingen geconstateerd die klaagsters verblijf in de inrichting onmogelijk maken. Klaagster ontvangt, blijkens de bezoekerslijst, regelmatig familiebezoek. Daarenboven is
voornoemde medegedetineerde op 10 augustus 2016 geplaatst in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Ter Peel, zodat zij en klaagster elkaar in de inrichting niet meer kunnen treffen.

3.3. Bureau Jeugdzorg ondersteunt klaagsters verzoek, nu een overplaatsing in het belang van haar kinderen wordt geacht.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ter Peel is een gevangenis voor vrouwen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klaagster heeft – uit angst voor represailles van (de familie van) een medegedetineerde wier echtgenoot door klaagsters echtgenoot om het leven is gebracht – verzocht om overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Nieuwersluis.

De directeur van de locatie Ter Peel heeft maatregelen genomen ten behoeve van de orde, rust en veiligheid van klaagster en haar bezoekers alsmede ter voorkoming van de gevreesde confrontatie, en adviseert met verwijzing daarnaar negatief. Het risico
op
een confrontatie zou reeds tot een minimum zijn beperkt.

4.3. De beroepscommissie overweegt als volgt.
De maatregelen zoals getroffen door de inrichting, die fysiek ook goed uitvoerbaar zijn, geven voldoende vertrouwen voor een verder veilig verblijf van klaagster in de locatie Ter Peel. Daar komt bij dat op 10 augustus 2016 klaagsters medegedetineerde,
met wie zij vreesde te worden geconfronteerd, is geplaatst in de z.b.b.i. van de locatie Ter Peel. Een treffen tussen beiden is hierdoor uitgesloten, waarmee de grond voor een mogelijke overplaatsing van klaagster is komen te vervallen. Bij deze stand
van zaken kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 19 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven