Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2112/GA, 26 september 2016, beroep
Uitspraakdatum:26-09-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/2112/GA

betreft: Klager datum: 26 september 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein,

gericht tegen een uitspraak van 16 juni 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur van de p.i. Nieuwegein om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de omstandigheid dat klager een vegetarische maaltijd heeft ontvangen terwijl hij veganistische maaltijden hoort te ontvangen.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven, maar klager geen tegemoetkoming toegekend.

2. De standpunten van klager en de directeur
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht. Klager beklaagt zich over het eenmalig verstrekken van een verkeerde maaltijd. Dit kan worden aangemerkt als een incident, waardoor er geen
sprake is van een door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing, waartegen beklag open staat (vgl. RSJ 24 oktober 2013, 13/2103/GA en RSJ 25 mei 2016, 16/0851/GA). In tegenstelling tot de door de beklagcommissie aangehaalde uitspraak is
in onderhavige zaak voldoende inspanning verricht om klager een alternatieve maaltijd aan te bieden die zijn persoonlijke voorkeur voor een veganistische maaltijd zo dicht mogelijk nadert. Er is geen sprake van een schending van de zorgplicht ex
artikel
44 lid 3 Pbw.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Vast staat dat klager eenmaal in plaats van een veganistische maaltijd een vegetarische maaltijd heeft ontvangen. Het eenmalig ontvangen van een niet gewenste maaltijd valt in de onderhavige zaak niet aan te merken als een beslissing van de directeur.
De beklagrechter heeft klager daarom ten onrechte ontvangen in het beklag. Het beroep van de directeur is gegrond. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.S. Rietdijk, secretaris, op 26 september 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven