Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2315/GA, 6 januari 2003, beroep
Uitspraakdatum:06-01-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2315/GA

betreft: [klager] datum: 6 januari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 31 oktober 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 oktober 2002 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Midden Holland, locatie Alphen aan den Rijn te Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat de onderwijsafdeling van de locatie naar klagers mening geen toereikend budget heeft.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep -zakelijk weergeven- als volgt toegelicht.
Klager heeft bij de afdeling onderwijs geïnformeerd naar de opleidingsmogelijkheden. Daarbij is hem gebleken dat deze afdeling hem weinig kon bieden. Klager heeft tijdens detentie in Engeland een opleiding aan de Nederlandse OpenUniversiteit gevolgd. Alle studieboeken heeft hij onlangs, na betaling van € 528,-- vanuit Engeland ontvangen. Deze opleiding kan hij hier niet vervolgen.

De directeur heeft geen standpunt ingenomen.

3. De beoordeling
Het beklag is van zodanig algemene aard dat de beklagrechter op juiste grond heeft beslist tot niet-ontvankelijkheid.
Klager heeft pas in beroep zijn klacht nader geconcretiseerd en thans is de klacht dat klager zijn studiekosten niet vergoed krijgt. Die klacht kan mede in het licht van de omstandigheid dat niet gebleken is dat klager aan dedirecteur een verzoek heeft gedaan tot toekenning van studiekosten niet voor het eerst in beroep worden geuit. De beklagrechter heeft derhalve klager terecht niet-ontvankelijk verklaard in het beklag. Het beroep zal derhalveongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. Chr.F. Swart-Babbé, secretaris, op 6 januari 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven