Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1834/TA, 29 augustus 2016, beroep
Uitspraakdatum:29-08-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1834/TA

betreft: [klager] datum: 29 augustus 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift\, ingediend door mr. R.W. van der Zanden, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 mei 2016 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 augustus 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. R.W. van der Zanden en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, heeft klager geen gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid ter zitting te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het insluiten van klager in een andere ruimte tijdens controle van zijn kamer op 23 februari 2016 als gevolg waarvan klager niet naar de dagbesteding kon gaan en inkomsten heeft misgelopen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
Artikel 29 Bvt en artikel 4.2.2 van de huisregels van de inrichting bieden geen basis voor de insluiting van klager tijdens een kamercontrole. Zo’n insluiting is alleen mogelijk in bepaalde gevallen waarin de gemoedstoestand van de patiënt daartoe
aanleiding geeft. Klager is echter niet vanwege zijn gemoedstoestand maar op grond van de orde en veiligheid ingesloten, terwijl daarvoor geen reden bestond. Klager kon niet de op het werk misgelopen uren inhalen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht:
Klager is tijdens de kamercontrole op grond van de orde en veiligheid kortdurend in een andere ruimte ingesloten om te voorkomen dat hij medepatiënten kon inlichten over de controle en hun kon aanraden hun mogelijk aanwezige contrabande elders te
verstoppen. Ook wilde de inrichting niet inzichtelijk maken waar werd gezocht. Klager is bekend met het bezit van mobiele telefoons en de handel in contrabande. Artikel 4.2.2 van de huisregels ziet niet op de insluiting zoals bij klager heeft
plaatsgevonden, maar alleen op de tijdelijke insluiting van een patiënt als deze vanwege zijn gemoedstoestand niet aanwezig kan zijn bij de controle van zaken die gevoelig zijn en/of met extra aandacht en zorg behandeld moeten worden. Die bepaling laat
echter onverlet dat een patiënt vanwege de orde en veiligheid bij een kamercontrole wordt ingesloten.
Van de afdeling is overigens vernomen dat klager niet heeft verzocht verloren uren aan werk te mogen inhalen.

3. De beoordeling
Vast staat dat klager tijdens de controle van zijn kamer op 23 februari 2016 tijdelijk gedurende circa drie uren in een andere ruimte is ingesloten. Een dergelijke insluiting, waartoe de inrichting bevoegd kan worden geacht, is -gelet op artikel 57
Bvt-
niet aan te merken als een voor beklag vatbare beperking in de bewegingsvrijheid zoals bedoeld in artikel 34 Bvt. Klager had daarom niet in zijn beklag ontvangen mogen worden en zal daarin om die reden alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard. Aan een
beoordeling van de gevolgen van die insluiting, zoals het mislopen van dagbesteding en inkomsten, kan de beroepscommissie derhalve niet toekomen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. J.W. Wabeke, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 29 augustus 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven