Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0974/GA, 16 augustus 2016, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/974/GA

betreft: [klager] datum: 16 augustus 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 februari 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 juli 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.J. Serrarens en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie
Zuyder Bos.
Als toehoorder was aanwezig [...], stagiaire juridisch medewerker van de locatie Zuyder Bos.

Op 13 juli 2016 zijn namens de directeur nadere medische inlichtingen verstrekt. Een afschrift hiervan is op 15 juli 2016 naar klager en zijn raadsvrouw verstuurd. Op 20 juli 2016 heeft de raadsvrouw het beroep nader aangevuld. Een afschrift van deze
reactie is op 26 juli 2016 naar de directeur verstuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde – betreft het feit dat klager bij gelegenheid van de spitactie van 17 november 2015 is gevisiteerd (206/196), dat aan klager geen maaltijd is verstrekt en dat hij zijn medicatie te laat uitgereikt heeft
gekregen (2016/197).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is gevisiteerd op het moment dat zijn cel geïnspecteerd werd. Klager vond dit vernederend en onnodig. Op dezelfde dag heeft klager geen maaltijd verstrekt gekregen. Het ging er deze dag rommelig aan toe. Zelfs de kippen in de tuin mochten niet
gevoed worden. Klager krijgt normaal viermaal per dag zijn medicatie uitgereikt op vaste tijdstippen, te weten om 8.00 uur, 12.00 uur, 17.00 uur en 19.30 uur. Hij heeft zijn medicatie van 8 uur om ongeveer 10.30 uitgereikt gekregen. Medische problemen
heeft hij hiervan niet ondervonden, maar klager vindt wel dat de medicatie tijdig uitgereikt moet worden.
Per brief van 20 juli 2016 heeft de raadsvrouw gesteld dat klager niet aanwezig was op de afdeling om 12:00 uur. Klager heeft gelucht tussen 11.30 uur en 12.30 uur. Er had een maaltijd voor hem achtergelaten moeten worden of het IBT had na het luchten
moeten terugkomen om een maaltijd uit te reiken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Bij een celinspectie kan beslist worden dat gedetineerden gevisiteerd worden. Omdat de spitactie de gehele inrichting betrof, zijn alle gedetineerden gevisiteerd. Op afdeling E0 is een eigen kook-unit aanwezig en er is altijd voldoende eten aanwezig.
Op
het moment dat deze spitactie plaatsvond, is aan alle gedetineerden in de inrichting een warme maaltijd aangeboden. Het was een maaltijd van de cateraar welke in voorbereiding op de spitactie is aangeleverd in zwarte bakken. De maaltijden zijn
aangeboden aan alle gedetineerden. Sommige gedetineerden hebben deze maaltijd geweigerd. Met betrekking tot de medicatieverstrekking is schriftelijk aangevoerd dat klager om 8.00 uur medicatie krijgt uitgereikt. Het eventueel later uitreiken van
medicatie kan geen kwaad, omdat de werkzaamheid nog voldoende is. Er wordt verwezen naar een verklaring van de huisarts.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep ten aanzien van de visitatie is aangevoerd, kan niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard met bevestiging van dat onderdeel van de uitspraak van de
beklagcommissie.

In beginsel gaat de beroepscommissie uit van de verklaring van het personeel, tenzij er concrete aanwijzingen zijn dat aan deze verklaring moet worden getwijfeld. De directeur heeft verklaard dat aan klager na het luchten een warme maaltijd is
aangeboden maar dat de meerderheid van de afdeling E0, inclusief klager, de maaltijd heeft geweigerd. In de meldingen wordt bevestigd dat alle gedetineerden omstreeks 12:00 uur eten is aangeboden en dat op de afdeling E0 de meerderheid de maaltijden
hebben geweigerd. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat aan deze verklaringen moet worden getwijfeld. De beroepscommissie acht dan ook aannemelijk dat klager rondom het middaguur een warme maaltijd is aangeboden doch dat hij deze heeft geweigerd. Dat
klager derhalve eerst de volgende dag heeft kunnen eten, komt voor zijn eigen rekening en risico. De stelling dat aan klager geen maaltijd is verstrekt omdat hij aan luchten was, is niet aannemelijk geworden. De beroepscommissie zal het beroep in
zoverre ongegrond verklaren.

Met betrekking tot de medicatieverstrekking overweegt de beroepscommissie het volgende. Klager heeft gesteld dat zijn medicatie op 17 november 2015 pas om 10.30 uur in plaats van 8:00 uur is uitgereikt. De directeur heeft deze stelling niet bestreden
maar aangevoerd dat het niet tijdig uitreiken van de medicatie geen kwaad kan. De beroepscommissie acht het aannemelijk dat klager als gevolg van de spitactie niet tijdig zijn medicatie heeft gekregen nu hem op 17 november 2015 ruim twee uur later dan
gebruikelijk zijn medicatie is verstrekt. De directeur is hierdoor tekort geschoten in zijn zorgplicht. De stelling van de directeur dat het niet tijdig uitreiken van de medicatie geen kwaad kan, wat hier ook van zij, maakt dat niet anders. Dit
beklagonderdeel dient alsnog gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij beslist als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag voor zover dit ziet op de medicatieverstrekking alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een
tegemoetkoming toekomt van € 10,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 16 augustus 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven