Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1014/GA, 16 augustus 2016, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1014/GA

betreft: [klager] datum: 16 augustus 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 maart 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 juli 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Krimpen aan den IJssel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie
Zuyder Bos.
Als toehoorder was aanwezig [...], stagiaire juridisch medewerker van de locatie Zuyder Bos.

De directeur heeft op 13 juli 2016 nadere schriftelijk inlichtingen verstrekt. Een afschrift hiervan is op 15 juli 2016 naar klager en zijn raadsvrouw gestuurd. Op 20 juli 2016 heeft de raadsvrouw hierop gereageerd. Een afschrift van deze reactie is op
26 juli 2016 naar de directeur verstuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – het feit dat aan klager geen maaltijd is aangeboden op 17 november 2015.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Tijdens de spitactie op 17 november 2015 verbleef klager eerst in de keuken. Vervolgens heeft hij gelucht van 10.45 uur tot 11.45 uur. Het vaste personeel was toen aanwezig. Na het luchtmoment werd klager ingesloten. Er was verder geen dagprogramma en
het vaste personeel was vertrokken. Klager heeft alleen hem onbekende stemmen gehoord. Klager heeft geen eten aangeboden gekregen. Over de gang van zaken was hij ontevreden. Hij heeft om een beklagformulier gevraagd en dat werd onder de deur
geschoven.
Pas toen het Landelijk Bijstandsteam (LBB) wegging aan het eind van de dag, hoorde klager een bekende stem. Klager heeft toen op de deur gebonkt. Klager heeft aan piw-er Marjolein gevraagd om een maaltijd. Zij antwoordde dat er geen maaltijden waren.
Klager heeft pas de volgende dag weer kunnen eten. Dit vindt klager vernederend. De raadsvrouw vraagt zich af wie de maaltijden aangeboden zou hebben.
Per brief van 20 juli 2016 heeft de raadsvrouw gesteld dat klager niet aanwezig was op de afdeling om 12:00 uur toen het eten werd uitgereikt. Klager heeft gelucht tussen 11.30 uur en 12.30 uur. Er had een maaltijd voor hem achtergelaten moeten worden
of het IBT had na het luchten moeten terugkomen om een maaltijd uit te reiken.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op het moment dat deze spitactie plaatsvond, is aan alle gedetineerden in de inrichting een warme maaltijd aangeboden. Het was een maaltijd van de catering. De spitactie is goed voorbereid. De maaltijden zijn aangeleverd in zwarte bakken. Sommige
gedetineerden hebben deze maaltijd geweigerd.
De directeur heeft bij schrijven van 13 juli 2016 naar voren gebracht dat de “zwarte bakken” zijn uitgereikt door het Interne Bijstandsteam (IBT) en verwezen naar de inhoud van twee meldingen. In de meldingen staat dat omstreeks 12.00 uur alle
gedetineerden in de locatie Zuyder Bos etensbakken aangeboden hebben gekregen. Op de afdeling E0 werd door de meerderheid de warme maaltijd geweigerd. Deze maaltijden zijn retour gebracht naar de keuken. Aan de gedetineerden die wel een warme maaltijd
wilden hebben, is een maaltijd verstrekt.

3. De beoordeling
In beginsel gaat de beroepscommissie uit van de verklaring van het personeel, tenzij er concrete aanwijzingen zijn dat aan deze verklaring moet worden getwijfeld. De directeur heeft verklaard dat aan klager na het luchten een warme maaltijd is
aangeboden maar dat de meerderheid van de afdeling E0, inclusief klager, de maaltijd heeft geweigerd. In de meldingen wordt bevestigd dat alle gedetineerden omstreeks 12:00 uur eten is aangeboden en dat op de afdeling E0 de meerderheid de maaltijden
hebben geweiged. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat aan deze verklaringen moet worden getwijfeld. De beroepscommissie acht dan ook aannemelijk dat klager rondom het middaguur een warme maaltijd is aangeboden doch dat hij deze heeft geweigerd. Dat
klager derhalve eerst de volgende dag heeft kunnen eten, komt voor zijn eigen rekening en risico. De stelling dat aan klager geen maaltijd is verstrekt omdat hij aan luchten was, is niet aannemelijk geworden. De beroepscommissie zal het beroep daarom
ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 16 augustus 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven