Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1918/GB, 24 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:24-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/1918/GB

Betreft:            […]      datum: 24 oktober 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Wortel, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 mei 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 11 februari 2015 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwolle.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers detentiefasering heeft onredelijk lang stilgestaan. Vanuit de inrichting zijn onvoldoende inspanningen verricht om de fasering in gang te zetten. Dit is des te kwalijker nu het traject in de p.i. Zuyder Bos te Heerhugowaard al wel was gestart. Het beklag hieromtrent heeft de beklagcommissie op 25 april 2017 gegrond verklaard (Z1-2017-000074), maar deze uitspraak heeft de selectiefunctionaris kennelijk niet meegenomen in de bestreden beslissing. Nu de beklagcommissie heeft geoordeeld dat de detentiefasering hervat moet worden, had de selectiefunctionaris niet tot een afwijzing van klagers verzoek tot plaatsing in een z.b.b.i. kunnen komen. Klagers gedrag in de inrichting is goed en zijn urinecontroles zijn steeds negatief.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Uit het selectieadvies van 4 mei 2017 komt naar voren dat klager van januari tot maart 2017 diverse disciplinaire straffen heeft opgelegd gekregen wegens een gevecht met een medegedetineerde, aangetroffen contrabande, werkweigering en het manipuleren van een urinecontrole. Het manipuleren van een urinecontrole staat op grond van het drugsontmoedigingsbeleid gelijk aan harddrugsgebruik. Klager is op 5 januari 2017 gedegradeerd en verblijft in het basisprogramma, zodat hij niet voldoet aan de objectieve criteria om in aanmerking te komen voor plaatsing in een z.b.b.i.

 

4.         De beoordeling

4.1.      In zeer beperkt beveiligde inrichtingen of afdelingen kunnen gedetineerden worden geplaatst die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, die in geval de veroordeling onherroepelijk is ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan dan wel in geval de veroordeling nog niet onherroepelijk is een tijd in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht waarvan de duur ten minste gelijk is aan de helft van de opgelegde gevangenisstraf, die beschikken over een aanvaardbaar verlofadres, die een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2.      Als onweersproken staat vast dat klager (ten tijde van de bestreden beslissing) in het basisregime verbleef. Plaatsing in een z.b.b.i. was dus op grond van artikel 2, eerste lid, onder f. van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden uitgesloten. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 24 oktober 2017.

 

 

 

 

 

 

                                   secretaris                                 voorzitter

 

Naar boven