Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1242/GA, 30 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:30-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1242/GA

betreft: [klager]            datum: 30 oktober 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.M.A. Kok-Verheide, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 april 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 september 2017, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M.A. Kok-Verheijde, en de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Vught.

 

Op 21 september 2017 is van de directeur een nadere reactie ontvangen die naar klager en zijn raadsvrouw is gestuurd.

Op 27 september 2017 is van klagers raadsvrouw een reactie hierop ontvangen en op 9 oktober 2017 van klager.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het feit dat klager op 23 en 26 december 2016 zijn medicatie niet heeft gekregen (VU-2017-000028).

 

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Er bevindt zich bij de stukken een bladzijde afdelingsrapportage van 23 december 2016 die helemaal niets met de klacht te maken heeft. Het gaat er daar over dat klager zijn medicatie eerder wilde hebben. Klager heeft echter op 23 en 26 december 2016 en nog meer data helemaal geen medicatie gekregen. Klager beaamt dat hij voor ontvangst van de medicatie moet aftekenen op een lijst. Op die lijst staan allemaal namen van gedetineerden, dus het argument van privacy dat de directeur aanvoert begrijpt klager niet zo.

De raadsvrouw heeft daar  aan toegevoegd dat de klacht al van 30 december 2016 dateert. Of klager heeft afgetekend voor de ontvangst van zijn medicatie valt te checken. Als blijkt dat de lijsten zijn vernietigd, getuigt dit niet van zorgvuldigheid. De gedetineerden zien bij het aftekenen op de lijst wie daar nog meer op staat. Privacy is derhalve geen argument om de lijsten niet over te leggen.

In de reactie van 27 september 2017 is door de raadsvrouw aangevoerd dat het ongeloofwaardig is dat de medicatielijsten over de periode december 2016 niet meer beschikbaar zouden zijn. In de reactie van 12 januari 2017 wordt uitdrukkelijk door een directielid van de p.i. Vught gesteld dat volgens de aftekenlijsten de medicatie aan klager werd verstrekt. De zorgvuldigheid gebiedt dat de p.i. deze lijsten, gezien de ingediende klacht, bewaart c.q. verstrekt en deze zeker niet vernietigt bij een lopende klacht.

De stelling dat klager niet bij het personeel en de medische dienst zou hebben aangegeven dat hij de medicatie niet heeft ontvangen, is onjuist. In het verslag op 28 december 2016 wordt aangegeven dat sprake is van een “grote klaagzang” van klager ook over de medicatieverstrekking. Aldus een bevestiging dat klager het niet verstrekken van medicatie aan de orde heeft gesteld. Het argument dat klager als enige hierover zou klagen betekent niet dat de klacht van klager niet gerechtvaardigd zou zijn.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

De medicatie wordt verstrekt aan de hand van lijsten waarop de namen van de gedetineerden staan en het tijdstip van uitreiking. De gedetineerde tekent zelf voor ontvangst van zijn medicatie. Die lijsten zijn van de medische dienst en die is heel strikt in de handhaving van de privacy. De directeur zegt ter zitting toe binnen een week na te gaan of de lijsten van de medicatieverstrekking op 23 en 26 december 2016 er nog zijn en of deze geanonimiseerd kunnen worden overgelegd.

In de nadere reactie van 21 september 2017 is door de directeur aangegeven dat de medicatielijsten van die periode niet meer beschikbaar zijn. De rapportage van klager is nagelopen en hieruit blijkt dat klager noch bij het personeel noch bij de medische dienst heeft aangegeven dat hij zijn medicatie niet heeft ontvangen op de eerder genoemde data in december 2016. Klager is de enige die heeft geklaagd over het niet ontvangen dan wel het niet uitreiken van zijn medicatie.

 

3.         De beoordeling

De klacht van klager luidt dat hij op 23 en 26 december 2016 zijn medicatie niet uitgereikt heeft gekregen. De directeur heeft in de beklagprocedure op 12 januari 2017 aangevoerd dat klager de voorgeschreven medicatie op 23 en 26 december 2016 volgens de aftekenlijst uitgereikt heeft gekregen, maar hij heeft hiervan geen bewijs bijgevoegd.

In beroep is gebleken dat de betreffende aftekenlijsten niet meer beschikbaar zijn. Nu niet meer kan worden nagegaan of klager op 23 en 26 december 2016 heeft afgetekend voor de ontvangst van zijn medicatie, houdt de beroepscommissie het ervoor dat dit niet het geval is geweest. Het beroep is daarom gegrond, de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en de klacht zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming van na te noemen hoogte.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van in totaal € 10,=.

 

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 30 oktober 2017

 

 

                         

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven