Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2649/SGA, 1 augustus 2016, schorsing
Uitspraakdatum:01-08-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/2649/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 1 augustus 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder verzoeker te noemen, thans (tijdelijk) verblijvende in afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard van 25 juli 2016, inhoudende:
a. de oplegging van een ordemaatregel van veertien dagen plaatsing in afzondering in een afzonderingscel, ingaande op 25 juli 2016 om 16.30 uur en eindigend op 8 augustus 2016 om 16.30 uur, wegens onderzoek naar verzoekers rol bij een
voorval van 23 juli 2016, waarbij twee vliegtuigen boven de luchtplaats van de locatie hebben gevlogen met achter een van deze vliegtuigen een banner met de tekst “[...]”.
Toen verzoeker en een aantal medegedetineerden opdracht hebben gekregen de luchtplaats te verlaten is dit geweigerd en daarbij is verzoeker verbaal agressief geweest jegens het personeel;
b. de beslissing om de hiervoor onder a vermelde ordemaatregel ten uitvoer te leggen in de BPG te Vught omdat personeel van de locatie mogelijk een rol heeft gespeeld bij het hiervoor genoemde voorval.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 28 juli 2016 alsmede van de schriftelijke inlichtingen zoals gegeven door mr. [landsadvocaat] namens de directeur van de locatie Zuyder Bos op 1 augustus 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing.

De voorzitter zal allereerst beoordelen of de tenuitvoerlegging van de ordemaatregel voor schorsing in aanmerking komt. Indien dat immers het geval mocht blijken te zijn, kan onderdeel b dan verder buiten beschouwing blijven omdat de tenuitvoerlegging
in de p.i. Vught onlosmakelijk met de opgelegde ordemaatregel is verbonden.

Ten aanzien van onderdeel a:
Als onweersproken kan worden vastgesteld dat op 23 juli 2016, terwijl verzoeker en een aantal medegedetineerden in de buitenlucht verbleven, een tweetal vliegtuigjes meermalen relatief laag over de luchtplaats van de inrichting hebben gevlogen. Ook
staat wel vast dat aan een van die vliegtuigjes een banner met de tekst “[...]” was bevestigd. Dit heeft geleid tot commotie bij de op de luchtplaats verblijvende gedetineerden. Ook heeft dit voorval erin geresulteerd dat de gedetineerden werden
gesommeerd het luchtmoment te beëindigen. De vraag of die opdracht is gegeven door of namens de directeur is daarbij niet van belang. De beslissing kan de directeur in ieder geval worden toegerekend. Verzoeker en een aantal medegedetineerden hebben
toen
geweigerd gevolg te geven aan de opdracht om terug te keren naar hun verblijfsafdeling en zijn in discussie gegaan met het personeel. Zoals de voorzitter al eerder – in zijn beslissing van 26 juli 2016 met kenmerk 16/2557/SGA – heeft overwogen,
rechtvaardigde dit gedrag van (onder meer) verzoeker de hem opgelegde disciplinaire straf, waarbij de voorzitter in het midden heeft gelaten of er sprake is geweest van dreiging van de zijde van verzoeker.

Naar het voorlopig oordeel is door dit voorval de orde en veiligheid in de inrichting mogelijk zodanig in het gedrang gekomen, dat dit nader onderzoek van de zijde van de directeur rechtvaardigt. Samengevat is het immers minstgenomen uniek te noemen
dat
twee vliegtuigjes, waarvan één voorzien van genoemde banner, boven een p.i. vliegen. De voorzitter acht begrijpelijk dat de directeur daarbij wenst te voorkomen dat verzoeker hangende dat onderzoek contact heeft met op de luchtplaats verblijvende
medegedetineerden. In zoverre is de oplegging van de bestreden ordemaatregel – nog steeds naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – niet onbegrijpelijk en ook niet onredelijk of onbillijk. Het verzoek zal daarom ten aanzien van dit onderdeel
worden
afgewezen.
De voorzitter merkt daarbij nog op dat hij er vanuit gaat dat het onderzoek met de meeste spoed zal worden uitgevoerd en dat de ordemaatregel niet langer zal duren dan strikt noodzakelijk is..

Ten aanzien van onderdeel b:
Ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de onderhavige ordemaatregel in de BPG te Vught geldt dat namens de directeur is aangevoerd dat de externe tenuitvoerlegging van de ordemaatregel noodzakelijk is omdat in het belang van het onderzoek contact met
medegedetineerden moet worden voorkomen, omdat mogelijk personeel bij het voorval is betrokken en omdat door de externe tenuitvoerlegging de orde en rust in de inrichting kan worden hersteld.

Ten aanzien van eventuele contacten met medegedetineerden geldt hetgeen de voorzitter hiervoor daaromtrent heeft overwogen. Naar zijn voorlopig oordeel is om contact met medegedetineerden te voorkomen, dat kan ook in een afzonderingscel in de locatie
Zuyder Bos, geen externe tenuitvoerlegging vereist. Dat geldt evenzeer voor het herstellen van de orde en rust in de locatie Zuyder Bos. Indien de directeur meent dat de aanwezigheid van verzoeker daaraan in de weg staat, moet hij de
selectiefunctionaris vragen verzoeker over te plaatsen naar een andere inrichting. Deze beide gronden kunnen daarom – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – de externe tenuitvoerlegging niet rechtvaardigen.
Resteert nog de grond van onderzoek naar de betrokkenheid van het personeel bij het voorval tijdens het luchtmoment. Nu, indien verzoeker in de locatie Zuyder Bos zou verblijven, een confrontatie met of contacten tussen hem en personeelsleden niet kan
worden voorkomen, kan die grond – nog steeds naar het voorlopig oordeel van de voorzitter, die externe tenuitvoerlegging dragen. Het verzoek zal daarom ook ten aanzien van dit onderdeel worden afgewezen.

De voorzitter merkt nog op dat die externe tenuitvoerlegging zo kort als mogelijk dient te duren en dat verzoeker zo snel als mogelijk in het voor hem geschikte regime moet worden geplaatst.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 1 augustus 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven