Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1454/GB, 10 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:10-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/1454/GB

Betreft:            […]      datum: 10 oktober 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.M.P. Jongsma, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 april 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Zuyderbos te Heerhugowaard.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 18 september 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de p.i. Lelystad. Vanuit deze inrichting is hij op 29 maart 2017 geselecteerd voor de z.b.b.i. van de locatie Zuyderbos. Deze plaatsing is nimmer gerealiseerd. Op 6 juni 2017 is hij geselecteerd voor deelname aan een penitentiair programma (p.p.). Op 15 juni 2017 is het p.p. aangevangen.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De procedure om een positieve selectiebeslissing voor de z.b.b.i. van de locatie Zuyderbos te bewerkstelligen heeft erg lang geduurd als gevolg van de bijzondere voorwaarden die het Openbaar Ministerie (OM) wil verbinden aan klagers faseringstraject. De streefdatum voor de aanvang van klagers detentiefasering was 15 december 2016. Plaatsing in de z.b.bi. van de locatie Zuyderbos zou volgens de inrichting en de selectiefunctionaris nog eens enkele weken tot maanden duren, terwijl klager in beginsel vanaf juni 2017 in aanmerking zou komen voor deelname aan een penitentiair programma (p.p.). Klager heeft daarom verzocht tot plaatsing in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo, die een aanzienlijk kortere wachtlijst kende. Dat ook onderzoek is gedaan naar de haalbaarheid om te voldoen aan de bijzondere voorwaarden van het OM in geval van plaatsing in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo, blijkt niet uit de stukken. Evenmin heeft de selectiefunctionaris voorrang gegeven aan klager voor plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Zuyderbos, wat gelet op de opgelopen vertraging als gevolg van de voorwaarden van het OM voor de hand had gelegen. Verzocht wordt klager te compenseren voor de opgelopen vertraging in zijn detentiefasering.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft zich in beroep op het standpunt gesteld dat klager niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, nu klager akkoord is gegaan met het selectieadvies van 21 maart 2017 en dit gelijkgesteld dient te worden aan een verzoekschrift. Slechts tegen een afwijzing daarvan staat beroep open. Klager is conform het selectieadvies in aanmerking gebracht voor plaatsing in een z.b.b.i. en op 29 maart 2017 geselecteerd voor de z.b.b.i. van de locatie Zuyderbos. Bij besluit van 6 juni 2017 is klager geselecteerd voor deelname aan een p.p.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Voor zover in beroep wordt geklaagd over de termijn voordat de beslissing op klagers faseringsaanvraag is genomen, wordt opgemerkt dat het wenselijk is dat zo voortvarend op een dergelijke aanvraag wordt beslist. Indien dit niet geschiedt, verbindt de wet hieraan echter geen gevolgen. Tegen vermeende fouten van of vanwege de directeur van de inrichting die tot onnodige vertraging van de detentiefasering leiden, kan beklag worden ingesteld bij de beklagcommissie en tegen haar uitspraak kan beroep worden ingesteld bij de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Pbw (zie bijvoorbeeld RSJ 26 mei 2016, 16/135/GA).

4.2.      Uit artikel 18, tweede lid, van de Pbw volgt dat met een verzoekschrift gelijk wordt gesteld een akkoordverklaring van de gedetineerde met het selectieadvies van de directeur van de inrichting.

4.3.      Uit het selectieadvies van 21 maart 2017 blijkt dat klager zijn voorkeur heeft uitgesproken voor plaatsing in de z.b.b.i. van de locatie Zuyderbos. Klager is akkoord gegaan met dit advies. De selectiefunctionaris heeft daarop op 29 maart 2017 besloten klager te selecteren voor de z.b.bi. van de locatie Zuyderbos.

4.4.      Gelet op het vorengaande heeft de selectiefunctionaris klager terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. Wanneer klager in aanmerking had willen komen voor plaatsing in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo, had hij hiertoe een apart verzoekschrift moeten indienen bij de selectiefunctionaris op grond van artikel 18, eerste lid, onder a. van de Pbw. Overigens neemt hij inmiddels deel aan een p.p. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 10 oktober 2017.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven