nummers: 16/1218/GA en 16/1419/GA
betreft: [...] datum: 9 augustus 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van twee bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door mr. M.C. Levy, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen twee uitspraken van 31 maart 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager alsmede zijn raadsvrouw om de beroepen schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. het klager niet laten bellen (met zijn advocaat), niet laten douchen, niet laten luchten en niet laten tandenpoetsen (16/1218/GA);
b. het niet uitreiken van klagers kranten (16/1419/GA).
De beklagrechter heeft het beklag als vermeld onder a. ongegrond verklaard en heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag als vermeld onder b., op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Ten aanzien van het beklag als vermeld onder b. Het niet uitreiken van klagers kranten gedurende zijn strafcelplaatsing is een beperking in klagers contact met de buitenwereld. Uit artikel 55, eerste lid, van de Pbw volgt dat de directeur hiertoe kan
besluiten. Derhalve is geen sprake van algemene regelgeving, maar van een besluit van de directeur. Klager is dan ook ten onrechte niet ontvangen in zijn beklag.
De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal dan ook ongegrond worden
verklaard.
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. overweegt de beroepscommissie als volgt.
Het beklag betreft de weigering om klagers kranten aan hem uit te reiken tijdens zijn verblijf in een strafcel. Tegen een dergelijke weigering kan op grond van het bepaalde in artikel 60, tweede lid, van de Pbw beklag worden ingediend. De
beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter derhalve vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn beklag.
In artikel 24 van de Regeling straf- en afzonderingscel penitentiaire inrichtingen is bepaald dat de gedetineerde die verblijft in een straf- of afzonderingscel het recht heeft lectuur te ontvangen overeenkomstig de huisregels van de inrichting. In de
huisregels van de inrichting is bepaald dat tijdens de afzondering (slechts) het recht bestaat op (het ontvangen van) de bijbel of koran die op de afdeling aanwezig is. Gelet hierop en op het karakter van een disciplinaire straf, kan de beslissing van
de directeur om klager tijdens diens verblijf in een straf- of afzonderingscel geen kranten te verstrekken niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter inzake het beklag als vermeld onder b. en verklaart klager alsnog ontvankelijk in dit beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 9 augustus 2016.
secretaris voorzitter