Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1381/SGA, 26 april 2016, schorsing
Uitspraakdatum:26-04-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/1381/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 26 april 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M.J. van Essen, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de detentieboot Zuid-Holland, locatie Dordrecht.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de (mondelinge) beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 19 april 2016, inhoudende de interne verplaatsing van
een meerpersoonscel naar een reguliere cel met als gevolg dat bij de meerpersoonscel behorende verworvenheden (eigen keuken, eigen douche en het in de avonduren kunnen bellen met de telefoon van de zaal) zijn ontnomen.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 21 april 2016 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 22 april 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.
Verzoeker is op 19 april 2016 intern verplaatst van een meerpersoonscel naar een reguliere cel. De voorzitter begrijpt uit de reactie van de directeur dat dit is geschied omdat er op de meerpersoonscel waar verzoeker verbleef foto’s zijn gemaakt welke
zijn verspreid via internet. In het kader van de orde, rust en veiligheid in de inrichting heeft het afdelingshoofd alle gedetineerden die op dat moment op die bewuste cel verbleven verplaatst naar een reguliere cel. Op grond van artikel 16 van de Pbw
is de directeur bevoegd een gedetineerde in een door hem te bepalen verblijfsruimte te plaatsen.
De directeur heeft zich weliswaar op het formele standpunt gesteld dat de aangevallen beslissing niet door of namens hem is genomen, maar mede in aanmerking genomen dat hij de beslissing van het afdelingshoofd kennelijk ondersteunt en handhaaft kan -
naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - deze beslissing worden aangemerkt als een beslissing van de directeur. Gelet op hetgeen de directeur met betrekking tot de interne verplaatsing en de gevolgen van die verplaatsing heeft aangevoerd kon de
directeur - naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - die beslissing in redelijkheid nemen. Het verweer namens verzoeker dat de beslissing is genomen in strijd met de wet omdat het afdelingshoofd deze beslissing heeft genomen en niet de directeur
kan – gelet op hetgeen hiervoor is overwogen - niet slagen. Het schorsingsverzoek dient dan ook te worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 26 april 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven