Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1497/GB, 17 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:17-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/1497/GB

 

Betreft:            [Klager]           datum: 17 oktober 2017

 

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 mei 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 2 september 2015 gedetineerd. Hij verblijft in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, waar een individueel regime geldt.

 

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De kern van zijn bezwaren ligt bij de onprofessionele werkwijze van het personeel in de p.i. Vught. Zo is klager onrechtmatig en zonder dat sprake is van een ordemaatregel, deelname aan de sport- en spelmomenten ontzegd. De beklagcommissie heeft zijn klacht hierover gegrond verklaard. Gezien de onredelijke bejegening van het personeel op afdeling 3b/a verbaast het klager niet dat zijn verzoek om overplaatsing is afgewezen. Het personeel ziet geen probleem bij de eigen werkwijze, maar legt de schuld bij klager. Klagers ouderlijk huis is in dezelfde wijk als de locatie Sittard gelegen. Klager woont, net als zijn moeder, in Sittard, zodat zijn leven en dat van zijn moeder en andere familieleden zich voornamelijk daar afspeelt. Hij is in het verleden reeds driemaal in de locatie Sittard gedetineerd geweest. Het uitzicht op de wijk waar hij is opgegroeid geeft hem veel rust en genoegdoening, omdat hij dicht bij zijn eigen huis en leefomgeving zit. Ten tijde van de overplaatsing naar het PPC van de p.i. Vught zijn zonder gefundeerd bewijs gronden voor overplaatsing naar voren gebracht. Bij de totstandkoming van het gedragsdeskundig advies bestond duidelijk twijfel. Het personeel van de locatie Roermond deed er alles aan om te zorgen dat klager zou worden overgeplaatst. De afwijzing van zijn verzoek is gebaseerd op straffen en ordemaatregelen die gedurende zijn verblijf in Vught zijn opgelegd. Daarnaast wordt verwezen naar risico’s, die slechts op onderbuikgevoelens zijn gebaseerd en niet op feiten en objectiviteit, zoals het behoort.  

 

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is op basis van een indicatiestelling van een gedragsdeskundige en een advies van de directeur in het PPC geplaatst. Hij verblijft in het PPC op een zogeheten ‘fase-structuurafdeling’, een afdeling voor gedetineerde patiënten met ernstige gedragsproblemen die niet groepsgeschikt zijn. De inrichting heeft geadviseerd klager niet naar een huis van bewaring met een regulier regime over te plaatsen, omdat nog steeds sprake is van een zorgbehoefte. Hij heeft in het PPC verscheidene straffen en maatregelen opgelegd gekregen vanwege verstoring van de orde, het bedreigen van personeel, fysiek geweld en het veroorzaken van geluidsoverlast. Hij blijft moeite houden met het opvolgen van instructies van het personeel en gedraagt zich impulsief en agressief. Hij is gebaat bij de zorg en structuur die in het PPC kan worden geboden. De verwachting is dat klager, indien hij naar een regulier regime wordt overgeplaatst, ernstig overprikkeld en overvraagd zal worden en dat hij, bij gebrek aan begrenzing, duidelijkheid en structuur, in grensoverschrijdend en agressief gedrag zal terugvallen. Daarnaast bestaan risico’s voor medegedetineerden, omdat klager niet tot zelfreflectie in staat is en zich niet in anderen kan verplaatsen. In een regulier regime bestaat derhalve een verhoogd risico op (agressieve) confrontaties en ontwrichting van de groep. Klager heeft een zorgbehoefte die een regulier regime overstijgt en behoeft, gelet op het bepaalde in artikel 20c van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, de zorg die in een PPC kan worden geboden. De indicatiestelling dient daarom te worden gehandhaafd.  

 

4.         De beoordeling

4.1.      Klager is op 14 september 2015 in het PPC van de p.i. Vught geplaatst op basis van een indicatiestelling van 7 september 2015, waaruit naar voren komt dat klager, voornamelijk op seksueel gebied, zeer ontremd was en in toenemende mate geagiteerd raakte en waarin begeleiding cq. behandeling in een gestructureerde, kleine setting werd geïndiceerd. Blijkens het selectieadvies van de directeur van het PPC van de p.i. Vught van 25 april 2017 verblijft klager in een afdeling voor gedetineerde patiënten met ernstige gedragsproblemen die niet groepsgeschikt zijn, daar hij niet in staat is in groepen groter dan vijf tot acht personen te functioneren. Hij kan zich niet in anderen verplaatsen en is niet in staat tot zelfreflectie. Daarnaast is hij niet geschikt om aan arbeid en spelsport deel te nemen. Hij heeft agressief en seksueel grensoverschrijdend gedrag laten zien en is disciplinair bestraft wegens onder meer masturberen ten overstaan van personeel, het gebruiken van fysiek geweld, schelden en dreigen naar personeel en het veroorzaken van geluidsoverlast. Klager wordt omschreven als iemand die ernstig externaliseert en kinderlijk gedrag vertoont, als hij zijn gelijk niet krijgt. Voorts zou hij geen rekening met anderen houden en om die reden zeer groepsontwrichtend zijn. Bij een overplaatsing naar een regulier regime bestaan risico’s voor klagers functioneren en zijn gemoedstoestand, waarbij de verwachting is dat hij ernstig overprikkeld en overvraagd zal worden en bij gebrek aan begrenzing, duidelijkheid en structuur in grensoverschrijdend agressief gedrag zal terugvallen. Daarnaast bestaan in geval van een dergelijke overplaatsing risico’s voor medegedetineerden en een verhoogd risico op (agressieve) confrontaties en dat klager de groep zal ontwrichten.

 

4.2.      Gelet op bovengenoemde informatie en klagers recente functioneren in het PPC, terwijl niet is gebleken dat de indicatiestelling van 7 september 2015 thans niet meer aan de orde zou zijn, acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk dat het PPC kan voorzien in de zorg die klager behoeft en dat derhalve een verblijf aldaar, in een kleine, gestructureerde setting, voor klager is aangewezen. Gelet daarop en in aanmerking genomen dat het PPC waar klager thans verblijft, een individueel regime en een uitgebreid beveiligingsniveau heeft, heeft de selectiefunctionaris klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard, een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau, in redelijkheid kunnen afwijzen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.        

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 17 oktober 2017.

 

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven