nummer: 16/291/GA
betreft: [...] datum: 19 juli 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 28 januari 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Zoetermeer in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 5,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het te laat en geopend uitreiken van klagers geprivilegieerde post, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep – kort en zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat klagers geprivilegieerde post niet alleen is geopend, maar deze ook aan een andere gedetineerde is uitgereikt en er pagina’s van de
post ontbraken. Voorts is het ook al eerder misgegaan met klagers geprivilegieerde post.
De directeur heeft geen standpunt omtrent de tegemoetkoming kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
De beklagcommissie heeft geoordeeld dat de directeur klagers beklag onvoldoende heeft weersproken en heeft het beklag gegrond verklaard omdat niet valt uit te sluiten dat de geprivilegieerde post te laat en geopend aan klager is uitgereikt. Nu door
klager onweersproken is gesteld dat deze post bovendien aan een medegedetineerde was uitgereikt en er pagina’s van zijn post ontbraken, welke stelling niet onaannemelijk is, acht de beroepscommissie een hogere tegemoetkoming passend en geboden. Zij
verklaart het beroep dan ook gegrond en zal de hoogte van de tegemoetkoming bepalen op € 20,= .
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 19 juli 2016.
secretaris voorzitter