Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0730/GA, 20 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/730/GA

 

betreft: [klager]            datum: 20 oktober 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 februari 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almelo,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Almelo in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het weggooien van diepvriesproducten na een spitactie (KA 2017/20).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klagers diepvriesproducten ter waarde van € 29,15 zijn weggegooid tijdens een spitactie op zijn afdeling. Het is niet normaal dat eten van gedetineerden weggegooid wordt, zeker omdat gedetineerden al weinig geld hebben om van te leven. Eten kan alleen weggegooid worden als ermee geknoeid is en er zichtbaar iets in verstopt zit. Voorts stond de diepvries bij een andere gedetineerde op cel, waar alleen klagers producten nog in zaten. Hij zou de spullen de dag erna uit de diepvries hebben gehaald, maar kreeg die mogelijkheid niet door de spitactie. Ten tijde van de spitactie was klager reiniger op de afdeling en het personeel had aan hem kunnen vragen van wie het eten was. Het eten is ten onrechte weggegooid en klager wil hiervoor een vergoeding.

De directeur persisteert bij het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagrechter.

 

De beoordeling

Het handelen, nalaten daaronder begrepen, van personeel in een inrichting in het kader van de uitoefening van zijn taak, moet behoudens puur feitelijk handelen, in beginsel worden gezien als handelen van of namens de directeur waartegen beklag openstaat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Het beklag ziet op weggegooide diepvriesproducten tijdens een spitactie. Nu een spitactie in opdracht van de directeur geschiedt, valt het beklag hieromtrent onder het bereik van artikel 60 van de Pbw. Klager had moeten worden ontvangen in zijn beklag. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

Uit de inlichtingen van de directeur van 14 februari 2017 blijkt dat de koelkast en de vriezer van de afdeling zijn onderzocht. Alle producten waar geen naam op stond, zijn weggegooid. De beroepscommissie heeft ambtshalve geconstateerd dat de huisregels van de p.i. Almelo geen regel bevatten dat diepvriesproducten in de gemeenschappelijke vriezer van een naam moeten worden voorzien. Het weggooien van die diepvriesproducten, zonder klager in de gelegenheid te vertellen welke producten van hem waren, acht de beroepscommissie niet redelijk. Het beklag is daarom gegrond. Omdat de schade in dit geval eenvoudig is vast te stellen en de hoogte ervan door de directeur niet is betwist, zal de beroepscommissie bepalen dat klager een tegemoetkoming toekomt ter hoogte van dat schadebedrag van € 29,15.

 

3.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de beslissing van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in het beklag, verklaart dit beklag gegrond en bepaalt dat klager een tegemoetkoming toekomt van € 29,15.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 20 oktober 2017

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven