Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1245/GA, 12 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1245/GA

betreft: [...] datum: 12 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Almelo,

gericht tegen een uitspraak van 5 april 2016 van de beklagcommissie bij de p.i. Almelo, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Almelo in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk toe te lichten en klager om schriftelijk te reageren op het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing van 25 februari 2016 tot afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van € 50,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De inrichting hanteert het beleid dat gedetineerden de inrichting niet mogen verlaten zonder een geldig identiteitsbewijs te bezitten. De
verlofaanvraag van klager is om deze reden afgewezen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Vaststaat dat klager ten tijde van het nemen van de beslissing niet beschikte over een geldig legitimatiebewijs. Gelet op de wettelijke identificatieplicht is het in bezit hebben van een geldig legitimatiebewijs een redelijke en voor de hand liggende
eis van de directeur. De enkele omstandigheid dat de inrichting onvoldoende zou hebben meegewerkt aan de verlening van een identiteitskaart aan klager doet hier niet aan af. Hiertegen zou klager apart een klacht kunnen indienen. De beroepscommissie zal
het beroep daarom gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 12 juli 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven