Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0520/SGA, 23 februari 2016, schorsing
Uitspraakdatum:23-02-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/520/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 23 februari 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. C.W.J. Faber, namens

[...], verder verzoekster te noemen, verblijvende in de locatie Ter Peel te Evertsoord.

Verzoekster vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voornoemde locatie van 12 februari 2016, inhoudende de interne overplaatsing van
(gevangenis)afdeling C naar (gevangenis)afdeling 13.

De voorzitter heeft kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 19 februari 2016. De voorzitter begrijpt uit de reactie van de secretaris van de beklagcommissie bij voormelde locatie dat het schorsingsverzoek als beklag zal
worden ingeboekt.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Uit de door de directeur verstrekte inlichtingen is het volgende gebleken. Verzoekster is op 3 januari 2014 door de selectiefunctionaris geselecteerd voor plaatsing op een gevangenisafdeling van de locatie Ter Peel. Op 12 februari 2016 is verzoekster
intern verplaatst van gevangenisafdeling C naar gevangenisafdeling 13 in de locatie Ter Peel. De voorzitter begrijpt uit de reactie van de directeur dat gedetineerden intern worden verdeeld over de beschikbare afdelingen in de locatie Ter Peel en dat
de
verplaatsing van verzoekster van afdeling C naar 13 om bedrijfsorganisatorische redenen is geschied. Interne overplaatsing tussen twee afdelingen van eenzelfde inrichting is een beslissing van de directeur.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is die beslissing ook niet onredelijk of onbillijk en ook niet in strijd met een wettelijk voorschrift.

Namens verzoekster is weliswaar aangevoerd dat verzoekster niet is gehoord, dat er geen uitreiking van een beslissing en/of aanzegging van een rapport heeft plaatsgevonden, dat de beslissing van de directeur niet van (onderbouwde) gronden is voorzien,
alsmede dat de directeur geen afweging van alle in aanmerking komende belangen heeft gemaakt, maar dit verweer kan geen doel treffen nu in de Pbw geen eisen worden gesteld aan een beslissing tot interne overplaatsing. Het verzoek zal daarom worden
afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 23 februari 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven