Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1466/GA, 12 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:12-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 16/1466/GA

betreft: [klager] datum: 12 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zwaag,

gericht tegen een uitspraak van 18 april 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Zwaag, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 juni 2016, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zwaag
[...] gehoord.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Mr. A.A. Bloemberg heeft schriftelijk meegedeeld klager niet te zullen bijstaan in deze procedure en overigens ook verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klager met zijn advocaat te laten telefoneren op
25 november 2015.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Onweersproken is dat klager (ongeoorloofd) arbeid heeft verzuimd. Bij het opstarten heeft hij zich niet ziek gemeld bij het personeel en hij is niet gezien door de medische dienst. Klager heeft de gang van zaken zelf vertraagd door eerst bij wijze van
grapje te melden dat de afstandsverklaring al was verstuurd en hier later op terug te komen. Later bleek dat hij alsnog afstand had gedaan. Klagers gedrag was grillig. Volgens de raadsvrouw zou klager geen afstandsverklaring hebben ondertekend. Dit is
niet juist. De afstandsverklaring, is als bijlage bij het beroep gevoegd. Volgens de raadsvrouw begon de zitting om 10.10 uur en zou de afstandsverklaring de rechtbank te laat hebben bereikt. Het afdelingspersoneel was niet op de hoogte van de
zittingtijden en wist alleen de ophaaltijden van DV & O. Die zijn meestal vroeg. Omdat de afstandsverklaring al gemaild was, was er geen noodzaak meer om klager direct ook nog te laten bellen. Gedetineerden worden altijd dezelfde dag nog in de
gelegenheid gesteld om te bellen. Als het dringend is, mag ook in een bloktijd worden gebeld.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft op de dag dat hij ter zitting van de rechtbank diende te verschijnen wispelturig gedrag laten zien door eerst bij het personeel te melden dat hij (al) afstand had gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen, en vervolgens hierop
terug te komen. Op een later moment heeft klager alsnog afstand gedaan en is de afstandsverklaring naar de rechtbank gemaild. Na het mailen van de afstandsverklaring heeft klager verzocht of hij met zijn advocaat mocht bellen om aan haar door te geven
dat hij niet ter zitting aanwezig zou zijn, hetgeen op dat moment is geweigerd. Naar het oordeel van de beroepscommissie is uit de stukken noch uit de behandeling ter zitting gebleken dat er op het betreffende moment sprake was van een dringende
noodzaak was om klager met zijn advocaat te laten bellen. Weliswaar heeft klager aangegeven dat hij zijn advocaat wilde doorgeven dat hij wegens ziekte niet kon verschijnen, maar klager heeft zich niet ziek gemeld en is ook niet naar de medische dienst
gegaan. De mededeling dat klager niet ter zitting zou verschijnen, was inmiddels naar de rechtbank gemaild. De in het contact met zijn raadsvrouw ontstane vertraging kan aan klagers gedrag worden toegeschreven. De beroepscommissie zal derhalve het
beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de
uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. J.W. Rijkers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 juli 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven