Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2270/GB, 8 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:08-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2270/GB

Betreft: [Klager] datum: 8 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 juni 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 8 juli 2016 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 7 juni 2016 is klager opgeroepen zich op 8 juli 2016 te melden in de gevangenis van de p.i. Arnhem voor het ondergaan van 14 dagen gevangenisstraf. Op 12 juni 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 15 juni 2016 ongegrond is
verklaard. Op 4 juli 2016 heeft klager hiertegen een beroepschrift ingediend. De oproepdatum van klager is op 6 juli 2016 uitgesteld, teneinde de RSJ de tijd te geven om een weloverwogen beslissing te nemen ten aanzien van voornoemd beroepschrift.
Klager dient zich nu op 13 juli 2016 te melden in de gevangenis van de p.i. Arnhem voor het ondergaan van voornoemde gevangenisstraf.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoekt om de opgelegde gevangenisstraf om te zetten in een geldboete. Hij zit momenteel, na drie jaar in de bijstand te hebben gezeten, in een proefperiode bij de gemeente Arnhem waar hij werkt met behoud van een uitkering om zo door te
stromen
naar een vaste baan. Als klager nu zijn gevangenisstraf moet ondergaan, zal zijn werkgever enorme schade lijden.

Verder heeft klager niemand die zijn persoonlijke zaken kan behartigen. Hij is in veel juridische zaken en tuchtrechtszittingen verwikkeld. Daarnaast heeft klager een zus met een psychiatrisch verleden waar het na het overlijden van hun vader en hun
nicht niet goed mee gaat. Ze hangt erg aan klager en kan nog niet opgenomen worden omdat er een behoorlijke wachtlijst is. Klager maakt zich dan ook ernstig zorgen omdat zijn zus negatieve gedachten en stemmingswisselingen heeft. Klager verzoekt
uitstel
tot het moment dat de situatie veranderd is en kan zich niet melden op 8 juli 2016 in de gevangenis van de p.i. Arnhem.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Zoals blijkt uit de aanwijzing van het Openbaar Ministerie over het uitstelbeleid kan een verzoek tot uitstel om verschillende redenen worden toegekend. Voorop staat echter de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Daarom wordt slechts
in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Klager verzoekt de opgelegde gevangenisstraf om te zetten in een geldboete. Dit is echter niet mogelijk, nu klager is veroordeeld tot een onherroepelijke vrijheidsstraf.

Voorts heeft klager zijn verzoek tot uitstel niet onderbouwd met bewijsmiddelen. Hij heeft ook niet aangegeven op welke datum de tuchtrechtszitting plaats zal vinden. Daarnaast is klager zelf verantwoordelijk voor de lopende juridische zaken. Ten
aanzien van de psychische problemen van klagers zus merkt de selectiefunctionaris op dat deze problemen al heel lang bekend zijn. Gelet op de korte duur van de gevangenisstraf van 14 dagen, kunnen familieleden en vrienden wellicht een ondersteunende
rol
vervullen bij de zorg voor klagers zus. De selectiefunctionaris heeft begrip voor de situatie van klager maar is van mening dat de tenuitvoerlegging van de straf van 14 dagen voorop staat. Hij adviseert klager dan ook de relatief korte gevangenisstraf
te ondergaan.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Arnhem is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
door
de rechter onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 dagen. De beroepscommissie kan deze gevangenisstraf niet omzetten in een geldboete. Bovendien is de opgelegde gevangenisstraf van korte duur. De door klager aangevoerde argumenten
zijn niet feitelijk onderbouwd en vormen derhalve geen reden tot uitstel. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 8 juli 2016

secretaris voorzitter

Naar boven