Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1661/GA, 8 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:08-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1661/GA

betreft: [...] datum: 8 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 april 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard, betreffende het visiteren van klager na steekproefsgewijze selectie na afloop van een bezoekmoment,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Wel voegt de beroepscommissie het navolgende aan de overwegingen van beklagrechter toe. De beroepscommissie
begrijpt dat visitaties door klager als vernederend worden ervaren. Nu evenwel van een stelselmatige visitatie geen sprake is, maar het lot via een randomizer, dus steekproefsgewijs, heeft bepaald dat klager na het bezoek een visitatie moest ondergaan,
moet geoordeeld worden dat de bestreden beslissing niet in strijd is met de wet en evenmin als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Bovendien is gesteld noch gebleken dat het aantal visitaties dat klager heeft moeten ondergaan in strijd zou
zijn gekomen met het bepaalde in artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 8 juli 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven