Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1393/GA, 28 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:28-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1393/GA

 

betreft: [Klager]           datum: 28 september 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Koster, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 april 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de beslissing om klager bij binnenkomst in de p.i. Lelystad in het basisprogramma te plaatsen en gedurende de twee daaropvolgende weken in het basisprogramma te laten verblijven (PL-2017-150).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – samengevat – toegelicht. Klager is in de p.i. Lelystad ten onrechte in het basisprogramma geplaatst. Bij binnenkomst heeft klager aangegeven dat hij in de p.i. Almere gepromoveerd was. De omstandigheid dat het TRA-plan bij de overplaatsing van klager nog niet in de systemen was verwerkt, is te wijten aan de nalatigheid van de p.i. Almere. Klager verzoekt om een schadevergoeding van € 10,= per dag voor het onterechte verblijf in het basisprogramma van 8 februari 2017 tot 23 februari 2017.

 

De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager geeft aan dat hij in de p.i. Almere al gepromoveerd was. In het selectieadvies onder ‘‘Conclusie en advies’’ is te lezen dat dit niet het geval was.

 

3.         De beoordeling

Klager is op 8 februari 2017 op eigen verzoek overgeplaatst naar de p.i. Lelystad.

In het selectieadvies van 3 februari 2017 wordt vermeld dat klager zijn TRA-plan nog niet heeft besproken en dat hij in de p.i. Almere nog in het basisprogramma verblijft.

Gelet evenwel op de herhaalde stelling van klager dat hij in Almere reeds in het plusprogramma verbleef, had het op de weg van de directeur gelegen telefonisch contact op te (laten) nemen met de p.i. Almere om na te gaan of klager aldaar in het basis- of plusprogramma heeft verbleven. Nu dit niet is gebeurd, is de beslissing van de directeur om klager in het basisprogramma te plaatsen niet zonder meer begrijpelijk en derhalve onredelijk en onbillijk. Het beroep zal gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig klager een tegemoetkoming toe te kennen van € 10,=.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en kent klager een tegemoetkoming toe van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

M.G. Bikker, secretaris, op 28 september 2017

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

Naar boven