nummers: 16/1309/GA, 16/1330/GA, 16/1427/GA, 16/1429/GA, 16/1432/GA, 16/1433/GA, 16/1436/GA en 16/1437/GA
betreft: [...] datum: 6 juli 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van twee bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen uitspraken van 31 maart 2016 en 7 april 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, betreffende:
a. het niet verstrekt krijgen van een extra hoofdkussen (16/1309/GA);
b. urinecontroles (16/1330/GA en 16/1433/GA);
c. eerdere klachten (16/1427/GA);
d. het niet aanbieden van onderwijs aan klager op 7 maart 2016 en het schenden van klagers privacy op 5 en 6 maart 2016 (16/1429/GA);
e. het betreden van klagers cel zonder te kloppen (16/1432/GA);
f. overlast (16/1436/GA);
g. verkeerde medicatie (16/1437/GA),
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
De beklagrechter heeft de klachten als vermeld onder a. en b. ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn klachten als vermeld onder c., d., e., f. en g.; een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op de beroepen en klager om de beroepen schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Ten aanzien van de beroepen inzake de klachten als vermeld onder a., c., d., e., f. en g. overweegt de beroepscommissie dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op de klachten heeft beslist. De beroepen zullen ongegrond worden verklaard.
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b. overweegt de beroepscommissie dat de klachten van klager zijn gericht tegen de wekelijkse urinecontroles die klager moet ondergaan. Nu hier sprake is van een algemeen in de inrichting
geldende regel, die niet openstaat voor beklag, had klager niet-ontvankelijk in zijn klachten moeten worden verklaard. Deze twee uitspraken van de beklagrechter zullen daarom worden vernietigd en klager zal alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in
zijn klachten.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart de beroepen inzake de klachten als vermeld onder a., c., d., e., f. en g. ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagrechter.
De beroepscommissie vernietigt de uitspraken van de beklagrechter inzake het beklag als vermeld onder b. en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in deze klachten.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 6 juli 2016.
secretaris voorzitter