Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0716/SGA, 4 maart 2016, schorsing
Uitspraakdatum:04-03-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 16/716/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 4 maart 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Arnhem.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 3 maart 2016, inhoudende de halvering van de duur van het algemeen
verlof.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de mededeling van de secretaris van de beklagcommissie, inhoudende dat het schorsingsverzoek tevens wordt aangemerkt als klaagschrift, en van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 4 maart 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat klagers eerstvolgende algemeen verlof van 7 maart 2016 is gehalveerd van 60 uren naar 30 uren
wegens
een positieve urinecontrole op 4 februari 2016. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter heeft de directeur mogen uitgaan van het Drugsontmoedigingsbeleid, waarin is bepaald dat na een eerste positieve urinecontrole op softdrugs de helft van het
eerstvolgende verlof wordt ingetrokken. Gelet daarop heeft de directeur in redelijkheid tot de halvering van het algemeen verlof kunnen beslissen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 4 maart 2016.

1381

secretaris voorzitter

Naar boven