Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1654/TA, 21 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:21-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 16/1654/TA

betreft: [klager] datum: 21 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B. Molenaar, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 januari 2016 van de beklagcommissie bij FPC Van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juni 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. B. Molenaar, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], jurist.
Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, een maatregel van weigering van bezoek van 17 september 2015 tot 21 september 2015.

De beklagcommissie heeft het beklag materieel ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft het in zijn kamer aangetroffen sleuteltje vlak na de verhuizing gevonden. Hij had het direct aan het
personeel willen afgeven, maar er bleek niemand op kantoor aanwezig te zijn. Aan klager werd tekst en uitleg gevraagd over het sleuteltje. Op 18 september 2015 heeft klager deze uitleg gegeven. Dit wordt niet door het hoofd van de inrichting betwist.
Desondanks duurde de maatregel voort tot 21 september 2015, waardoor klager ten onrechte vier dagen geen bezoek heeft mogen ontvangen. Dat klager geen uitleg zou hebben gegeven over de positieve urinecontroles, is volgens klager niet relevant.
Bovendien
heeft hij hierover wel uitleg gegeven.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het ging zeer slecht op de afdeling waar klager verbleef. Het personeel was de regie aan het verliezen.
Klager had hierin ook een rol. Bij een kamercontrole werd op klagers kamer een sleuteltje aangetroffen. Dit sleuteltje bleek te passen op een ladeblok in de kamer van een psychotherapeut. Klager was reeds in afzondering geplaatst in verband met het
gebruik van drugs. Ook is beslist dat hij, in het kader van de handhaving van de orde en de veiligheid, geen bezoek mocht ontvangen. Aangezien de vondst van de sleutel opmerkelijk was werd van klager verwacht dat hij zou toelichten hoe hij aan de
sleutel was gekomen. Voor zover klager stelt wel ‘tekst en uitleg’ over de sleutel te hebben gegeven, is het maar net wat hieronder wordt verstaan. Klager gaf aan niets met de sleutel te maken te hebben. Dit is een onwaarschijnlijke verklaring. Op de
afdeling was een volstrekt onwerkbare en onveilige sfeer ontstaan. Uiteindelijk is klager overgeplaatst naar een andere afdeling.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 37, derde lid, van de Bvt kan het hoofd van de inrichting de toelating tot de verpleegde van bezoek of van een bepaalde persoon of bepaalde personen telkens voor een periode van ten hoogste vier weken weigeren, indien dit
noodzakelijk is met het oog op een belang als bedoeld in artikel 35, derde lid. In artikel 35, derde lid onder b. van de Bvt wordt het belang van de handhaving van de orde en de veiligheid in de inrichting genoemd.

Bij een kamercontrole op 17 september 2015 is op klagers kamer een sleutel aangetroffen. Deze sleutel bleek te passen op de ladekast in de kamer van een psychotherapeut. Klager had geen plausibele verklaring voor het bezit van de sleutel. Gelet hierop
en in aanmerking genomen de omstandigheid dat er reeds onrust heerste op de afdeling en klager in afzondering verbleef vanwege een positieve score bij een urinecontrole op cannabinoïde, kan de beslissing om in het kader van de handhaving van de orde en
de veiligheid in de inrichting te bepalen dat klager in de periode van 17 september 2015 tot 21 september 2015 geen bezoek mocht ontvangen, niet als onredelijk of onbillijk en evenmin als disproportioneel worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond
worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd voor zover daartegen beroep is ingesteld.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, drs. W.A. Th. Bos en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 21 juli 2016

secretaris voorzitter

Naar boven