Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1008/GA, 20 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:20-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1008/GA

betreft: [klager] datum: 20 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 maart 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Roermond, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Roermond in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 5,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het aantreffen van
contrabande in klagers verblijfsruimte, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering nu klager ten onrechte drie dagen in afzondering heeft verbleven. Verzocht wordt de bestreden beslissing nietig te verklaren.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Het beklag is gegrond verklaard omdat het schriftelijk verslag niet aan klager is aangezegd. Nu de directeur – gezien de feiten als vermeld in het schriftelijk verslag – de disciplinaire straf in redelijkheid heeft kunnen opleggen, is een lagere
tegemoetkoming gepast dan wanneer dat niet het geval zou zijn geweest. Gelet op de tegemoetkoming die in vergelijkbare gevallen is toegekend, acht de beroepscommissie de hoogte van de toegekende tegemoetkoming evenwel te laag. Zij zal het beroep dan
ook
gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld vernietigen en klager een tegemoetkoming toekennen van € 7,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 7,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 20 juni 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven