Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0849/SGA, 14 juni 2016, schorsing
Uitspraakdatum:14-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

Nummer : 16/848/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 14 maart 2016

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een tweetal bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschriften van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Roermond, en van mr. S.G.H. van de Kamp, ingediend namens verzoeker.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 10 maart 2016, inhoudende de ontzegging van de toegang tot de
inrichting voor een met name genoemde bezoekster, voor de duur van twee maanden, ingaande op 10 maart 2016 en eindigend op 10 mei 2016. De directeur heeft hiertoe besloten omdat op 8 maart 2016, nadat een einde was gekomen aan het bezoek zonder
toezicht
van betreffende bezoekster, door de afdeling visitatie bij verzoeker een USB-stick is aangetroffen.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 12 maart 2016, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 14 maart 2016.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Uit de inlichtingen van de directeur, waaronder begrepen een verslag van 8 maart 2016, wordt voldoende aannemelijk dat, nadat een einde was gekomen aan het bezoek zonder toezicht van betreffende bezoekster, bij visitatie van verzoeker een USB-stick is
aangetroffen onder het inlegzooltje van zijn sportschoenen. De aanname dat de USB-stick is overhandigd door bezoekster is - gelet op het moment waarop de USB-stick is aangetroffen bij verzoeker - niet onredelijk en rechtvaardigt naar het voorlopig
oordeel van de voorzitter de bestreden beslissing van de directeur. Het schorsingsverzoek dient derhalve te worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 14 maart 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven