Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1656/GB, 12 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/1656/GB

 

Betreft:            […]      datum: 12 september 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een op 15 mei 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van het Justitieel Complex (JC) Zaanstad afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 2 maart 2017 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag te Hoorn.

 

3.         De standpunten

3.1.      Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager wenste niet primair overgeplaatst te worden vanwege zijn bezoek, maar voor zijn opleiding Logistics. In het JC Zaanstad kan klager meer studeren dan de twee uur les per week die hij momenteel ontvangt.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Volgens klagers casemanager volgt klager de opleiding Logistics nog niet, maar is klager dit van plan. Vanuit de inrichting wordt voor hem bekeken of hij deze opleiding in het Engels kan volgen. Voorts krijgt klager bijna vier uur per week de tijd om de Nederlandse taal te leren. Overigens is het aantal uren onderwijs geen selectiecriterium.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Aanvankelijk heeft klager, blijkens het bij de stukken gevoegde selectieadvies zijn verzoek tot overplaatsing naar de p.i. Zaanstad onderbouwd met beweerdelijke bezoekproblematiek voor zijn partner. Klager voert in zijn beroepschrift aan dat zijn verzoek verkeerd is opgevat en daarom ten onrechte is afgewezen. Klager voert in zijn beroepschrift aan dat de reden van zijn verzoek is gelegen in de problematiek die hij ervaart bij het realiseren van zijn opleidingswensen. Hoewel klager in zijn beroepschrift daarmee een andere grond aanvoert voor zijn wens tot overplaatsing die is afgewezen dan waartegen het thans aan de orde zijnde beroepschrift is gericht zal de beroepscommissie om doelmatigheidsredenen bij de huidige stand van zaken overgaan tot een beoordeling van het beroepschrift.

4.2.      Het al dan niet aangeboden worden van opleidingen vormt in beginsel geen selectiecriterium. Nu bovendien niet is onderbouwd, noch anderszins is gebleken dat klager in de p.i. Zwaag de door hem gewenste opleiding niet kan volgen en evenmin dat dit in het JC Zaanstad wel mogelijk is, terwijl het klager kennelijk niet meer gaat om bezoek van familie, kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit

mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 12 september 2017.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven