Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1114/GB, 12 september 2017, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/1114/GB

Betreft:            [Klager]           datum: 12 september 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. T. Kemper, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 maart 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 3 november 2016 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.

Klager erkent dat hij op grond van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) in beginsel nog niet voor detentiefasering in aanmerking komt. Artikel 15, eerste lid, van de Pbw biedt echter de mogelijkheid om op basis van de persoon van klager van de normale gang van zaken af te wijken. Tussen het begaan van de feiten waarvoor klager is veroordeeld en zijn daadwerkelijke veroordeling heeft een periode van bijna tien jaren gezeten. In deze periode heeft klager zijn leven opgebouwd. Hij acht het niet meer dan redelijk dat hij de mogelijkheid krijgt dit leven, met name zijn eigen bedrijf, zo goed mogelijk te onderhouden.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.

Ingevolge artikel 3, eerste lid onder b, van de Regeling dient een gedetineerde een strafrestant van maximaal achttien maanden te hebben teneinde voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking te komen. Klagers v.i.-datum is thans bepaald op 18 april 2019 en klager komt vanaf 28 oktober 2017 voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking. Verzoeken tot plaatsing in een b.b.i. worden maximaal twee maanden voordat de gedetineerde daadwerkelijk voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking komt en mits de benodigde adviezen van het Openbaar Ministerie, de politie en de reclassering aanwezig zijn, in behandeling genomen. Nu klagers strafrestant niet voldoet aan het bepaalde in artikel 3, eerste lid onder b, van de Regeling, komt klager nog niet voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking.

 

3.3.      De vrijhedencommissie van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard heeft negatief geadviseerd over klagers verzoek tot plaatsing in een b.b.i., omdat klager (nog) niet aan de wettelijke plaatsingstermijn voldoet.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 3 van de Regeling kunnen in een b.b.i. gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden, beschikken over een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2.      Ingevolge artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling kan een gedetineerde die een strafrestant van maximaal achttien maanden heeft, voor plaatsing in een b.b.i. in aanmerking komen. Klagers v.i.-datum is thans bepaald op 18 april 2019, zodat hij niet aan dit criterium voldoet. Niet is gebleken van zodanig bijzondere omstandigheden gelegen in de persoon van klager dat van het voorgaande dient te worden afgeweken. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard. 

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke,

voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 12 september 2017.

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven