Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/1091/GA, 20 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:20-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/1091/GA

betreft: [...] datum: 20 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.E. Stassen-Buijs, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 24 maart 2016 van de beklagcommissie bij het detentiecentrum Schiphol, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van het detentiecentrum Schiphol in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van vier dagen, met
ingang van 7 januari 2016 om 10:00 uur, wegens het verstoren van de rust en orde op de afdeling, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Nu de beklagcommissie heeft geoordeeld dat klager geen ordemaatregel opgelegd had kunnen worden, had zij aan klager een tegemoetkoming toe moeten
kennen.
De beklagcommissie treedt buiten haar bevoegdheid door te stellen dat klager wel een disciplinaire straf opgelegd had kunnen worden.

De directeur heeft het standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Het beklag is gegrond verklaard, omdat de ordemaatregel in strijd met de wet is opgelegd. De beroepscommissie kan zich gelet hierop niet verenigen met de beslissing van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook
gegrond
worden verklaard. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen voor zover daartegen beroep is ingesteld en aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 30,= (vier dagen x € 7,50).

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 20 juni 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven