Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0030/TB, 16 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/30/TB

betreft: [klager] datum: 16 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de (vermeende) beslissingen van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw
mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Namens klager is op 8 januari 2016 beroep ingesteld tegen de beslissing van de Staatssecretaris om klager ter observatie te plaatsen in Hoeve Boschoord en de impliciete afwijzing van de Staatssecretaris om klager over te plaatsen naar een andere
behandelinrichting.

Uit de namens de Staatssecretaris verstrekte inlichtingen wordt opgemaakt dat ten tijde van het instellen van het beroep geen beslissing is genomen om klager ter observatie te plaatsen in Hoeve Boschoord. Weliswaar is op 11 februari 2016 beslist dat
klager ter observatie zou worden opgenomen in FPC Dr. S. van Mesdag, welke observatieplaatsing overigens inmiddels is beëindigd, maar het op 8 januari 2016 ingediende beroep kan niet tegen de laatstgenoemde beslissing zijn gericht. Klager kan in
zoverre
niet in het beroep worden ontvangen.

Voor zover het beroep betrekking heeft op een beslissing om klagers overplaatsingsverzoek af te wijzen, blijkt uit de inlichtingen namens de Staatssecretaris en het verslag van de zorgconferentie die op 24 maart 2016 is gehouden dat nog geen
daadwerkelijke beslissing op klagers verzoek om overplaatsing is genomen en dat de raadsvrouw tijdens de zorgconferentie heeft aangegeven dat het overplaatsingsverzoek inmiddels achterhaald is. Hieruit volgt dat klager ook wat betreft dit onderdeel van
het beroep niet in het beroep kan worden ontvangen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 juni 2016

secretaris voorzitter

Naar boven