Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4187/GA, 18 augustus 2017, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          16/4187/GA

 

betreft: […]      datum: 18 augustus 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een uitspraak van 8 december 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

 

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 juli 2017, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klagers raadsman mr. W.K. Cheng en […], juridisch medewerker bij de p.i. Vught.

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft – zo verstaat de beroepscommissie de klacht – het niet beslissen om klager vanuit het basisprogramma te plaatsen in het plusprogramma (promoveren).

(VU-2016/001649)

 

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

De directeur heeft onvoldoende onderbouwd waarom klager langer in het basisprogramma moest blijven. Klager heeft overigens ook in het verleden in het basisprogramma gezeten en is in zijn klacht daarover in het gelijk gesteld. Hij is van mening dat hij te lang in het basisprogramma, bijna een vol jaar, heeft moeten verblijven. In dit geval ziet de klacht op de beslissing van de directeur van de p.i. Vught om klager te lang in het basisregime te laten. Het betreft dus een periode van vier weken. Hij is overigens van mening dat hij bij binnenkomst in Vught direct in het plusprogramma geplaatst had moeten worden.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klager is op 21 juni 2016 vanuit de locatie Roermond in de inrichting binnengekomen. Hij verbleef daar in het basisprogramma. Op 21 juli 2016 is vervolgens door het Multi Disciplinair Overleg (MDO) in beginsel een positief advies gegeven. Daarbij werd wel aangegeven dat het wenselijk was klager nog korte tijd in het basisprogramma te houden om zijn gedrag beter te kunnen beoordelen. Klager is vervolgens, nog voordat die termijn was verstreken, naar een andere inrichting overgeplaatst.  De directeur zal nagaan met welke status (kleur) klager toen is overgeplaatst en dit binnen veertien dagen aan de beroepscommissie berichten.

 

3.         De beoordeling

Voor zover klager heeft bedoeld te klagen over de omstandigheid dat hij reeds meer dan een jaar in het basisprogramma moet verblijven overweegt de beroepscommissie dat in het kader van deze procedure slechts kan worden beoordeeld of de beslissing van de directeur van de p.i. Vught om klager niet te promoveren in strijd was met de wet dan wel als onredelijk of onbillijk moet worden beoordeeld. Over verdergaand beklag kan klager in deze procedure daarom niet worden ontvangen in zijn beklag

De beroepscommissie gaat bij haar beoordeling allereerst uit van de volgende feiten die als onweersproken zijn komen vast te staan.

Klager verbleef in de locatie Roermond in het basisprogramma. Hij is vervolgens op 21 juni 2016 vanuit die locatie overgeplaatst naar de p.i. Vught, alwaar hij in het basisprogramma is geplaatst. Klager heeft vervolgens op 13 juli 2016, ongeveer drie weken na zijn binnenkomst in de p.i. Vught, de hier aan de orde zijnde klacht ingediend bij de beklagcommissie. Op 21 juli 2016 heeft het MDO geadviseerd klager nog korte tijd te observeren alvorens een definitief oordeel over eventuele promotie te geven. Klager is vervolgens op 4 augustus 2016 overgeplaatst naar een andere inrichting. De directeur heeft desgevraagd de beroepscommissie laten weten dat klager toen zonder ‘kleur’-advies naar die andere inrichting is overgeplaatst.

Uitgangspunt is dat een gedetineerde binnen zes weken na binnenkomst wordt beoordeeld omtrent zijn geschiktheid voor promotie dan wel degradatie. Nu klager binnen die termijn een klacht heeft ingediend moet worden geoordeeld dat hij in die klacht (nog) niet had mogen worden ontvangen. De bestreden uitspraak van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven en klager moet alsnog niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn klacht.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J. Schagen MA en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 augustus 2017. 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven