nummer: 15/3942/GA
betreft: [klager] datum: 1 juli 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Ter Peel,
gericht tegen een uitspraak van 19 november 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Ter Peel, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 20 mei 2016, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, is gehoord namens de directeur [...], juridisch medewerker bij de locatie Ter Peel.
Klager, die in vrijheid is gesteld en die op juiste wijze is opgeroepen, en zijn raadsvrouw
mr. A. Muntjewerf zijn niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, voor zover daartegen beroep is ingesteld, de hinder veroorzaakt door een storing bij het elektronisch toezicht van klager in de periode van 17 juli 2015 tot
2 oktober 2015, in de vorm van trillingen van de enkelband.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 45,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het is niet juist dat de directeur hiervoor verantwoordelijk wordt gehouden. Techniek, service en het verhelpen van storingen worden uitgevoerd door DV & O in opdracht van de reclassering. De reclassering houdt toezicht op het elektronisch toezicht.
Klager had zijn contactpersoon bij de reclassering moeten bellen om de storing te melden. Het telefoonnummer van zijn contactpersoon is klager bekend. Klager is door medewerkers van de z.b.b.i. ook geïnformeerd dat hij voor het melden van de storing
zijn contactpersoon bij de reclassering diende te bellen. De beslissing om klager in een z.b.b.i. te plaatsen, wordt genomen door de selectiefunctionaris. Het bepalen van de voorwaarden waaronder het elektronisch toezicht wordt ten uitvoer gelegd is
aan
de directeur, maar toezicht op het elektronisch toezicht wordt uitgevoerd door de reclassering.
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt niet toegelicht.
3. De beoordeling
Hinder die veroorzaakt wordt door een storing bij het elektronisch toezicht betreft naar het oordeel van de beroepscommissie geen jegens klager genomen beslissing van de directeur in de zin van artikel 60, eerste lid, van de Pbw en derhalve kan klager
niet in het beklag worden ontvangen. Overigens had klager, die is geïnformeerd dat de reclassering toezicht houdt op zijn elektronisch toezicht, de storing tijdig kunnen melden bij zijn contactpersoon van de reclassering, wiens telefoonnummer hem
tevoren is verstrekt.
De beroepscommissie zal het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en mr. M.M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 juli 2016.
secretaris voorzitter