Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2092/GB, 1 juli 2016, beroep
Uitspraakdatum:01-07-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/2092/GB

Betreft: [klager] datum: 1 juli 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D. Fasseur, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 juni 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 1 juli 2016 te melden in de penitentiaire inrichtingen (p.i. Lelystad) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 23 juli 2015 is klager opgeroepen zich te melden op 20 augustus 2015. Tegen dit besluit is op 29 juli 2015 bezwaar ingediend. Aan klager is uitstel van zijn meldplicht verleend tot 15 april 2016, tegen welke beslissing hij wederom een bezwaarschrift
heeft ingediend. Vervolgens is aan klager uitstel van zijn meldplicht verleend tot 1 juli 2016. Op 13 juni 2016 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat ongegrond is verklaard. Naar aanleiding van de schorsingsprocedure is aan klager
uitstel van zijn meldplicht verleend tot 6 juli 2016.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Het bezwaarschrift is ongegrond verklaard wegens het ontbreken van nieuwe inzichten aangaande de medische gesteldheid van klager sinds 27 mei 2016. Het kennelijk ontbreken van nieuwe inzichten
moet worden afgezet tegen de situatie zoals omschreven in de brief van 31 mei 2016. Daarin staat dat sprake is van een stabiele gezondheidstoestand, terwijl uit de informatie van het VU medisch centrum van 2 februari 2016 volgt dat sprake is van angina
pectoris onstabiel. Er lijkt sprake te zijn van een onzorgvuldige beslissing. Het verzoek om de cardioloog te raadplegen is genegeerd. Uit nadere informatie van de huisarts volgt dat er een groot risico is voor klagers gezondheidstoestand in het geval
van detentie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Bij besluit van 23 juli 2015 is klager opgeroepen zich te melden op 20 augustus 2015. Hiertegen heeft hij bezwaar ingediend. Op 6 augustus 2015 heeft de
selectiefunctionaris het dossier doorgestuurd naar het Bureau Individuele Medische Advisering (BIMA) met het verzoek een detentiegeschiktheidsonderzoek te laten instellen. Op 14 maart 2016 heeft het BIMA bericht dat klager op basis van de ontvangen
informatie van de huisarts detentiegeschikt wordt geacht. Bij besluit van 14 maart 2016 is klager opgeroepen zich te melden op 15 april 2016. Hiertegen heeft hij op 22 maart 2016 bezwaar ingediend. Op 11 april 2016 is wederom het dossier doorgestuurd
naar het BIMA. Op 27 mei 2016 heeft het BIMA bericht dat uit de ontvangen informatie van de huisarts van 11 maart 2016 en van de specialist van 19 mei 2016 blijkt dat klager bekend is met cardiovasculaire en psychische problematiek. Er is sprake van
een
stabiele gezondheidstoestand. De problematiek is niet van dien aard dat klager detentieongeschikt is. De benodigde zorg kan in detentie geleverd worden. Eventuele bezoeken aan specialisten kunnen doorgang vinden. Bij besluit van 7 juni 2016 is klager
opgeroepen zich te melden op 1 juli 2016. Hiertegen is op 13 juni 2016 bezwaar ingediend. Naar aanleiding van het bewaar heeft de selectiefunctionaris op 15 juni 2016 contact opgenomen met het BIMA. Op 17 juni 2016 heeft het BIMA bericht dat klager
weliswaar herhaaldelijk klachten heeft, maar de aard daarvan niet dusdanig is dat hij daarmee detentieongeschikt is. De noodzaak tot tenuitvoerlegging van de straf van 139 dagen gevangenisstraf staat voorop. Het verzoek is drie keer voorgelegd aan het
BIMA; klager wordt op basis van de aangeleverde stukken detentiegeschikt geacht. Klager is sinds 23 juli 2015 bekend met de opgelegde gevangenisstraf en heeft voldoende de tijd gehad zich voor te bereiden op de tenuitvoerlegging.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Uit het advies van 27 mei 2016 van de medisch adviseur volgt, net als uit het eerder uitgebrachte advies van 14 maart 2016, dat klager detentiegeschikt wordt geacht. Dit is gebaseerd op de ontvangen informatie van de huisarts van 11 maart 2016
en van de specialist van 19 mei 2016. Volgens de medisch adviseur kan de door klager benodigde medische zorg in detentie worden geleverd. Eventuele bezoeken aan specialisten kunnen ook tijdens zijn detentie doorgang vinden. De medisch adviseur heeft
geadviseerd klager bij binnenkomst in de inrichting zo spoedig mogelijk door te geleiden naar een psycholoog ter beoordeling van de benodigde zorg. De beroepscommissie is van oordeel dat voormeld advies voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen en
voldoende is gemotiveerd. Klager heeft niet feitelijk onderbouwd dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn waaruit zou kunnen blijken dat hij detentieongeschikt is. De raadsman heeft een ongedateerd schrijven van de huisarts overgelegd waaruit volgt
dat een groot risico voor klagers gezondheid bestaat in het geval van detentie, maar dit is niet nader onderbouwd. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle
in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 1 juli 2016

secretaris voorzitter

Naar boven