Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0793/GB, 8 juni 2016, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 16/793/GB

Betreft: [Klager] datum: 8 juni 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 februari 2016 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Sittard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 september 2015 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de p.i. Grave. Op 4 april 2016 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Roermond.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager verzoekt overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Sittard. Het is in praktische zin een onmogelijke situatie dat klager in het h.v.b. van de p.i. Grave verblijft. Zijn dochter kan hem maar één uur per maand bezoeken in verband met de
bezoektijden en reistijd van en naar de p.i. Grave. Deze situatie is voor zowel klager als zijn dochter een aanslag op hun gezondheid. Voorts stelt klager één vriend te hebben die in de p.i. Sittard verblijft. Echter, in veel strafzaken zitten meer
verdachten samen in een inrichting. Er is derhalve geen sprake van een strafrechtelijk bezwaar en ook niet van strafrechtelijke beperkingen met betrekking tot contact met medegedetineerden of medeverdachten. De afwijzing van klagers verzoek is op
humanitaire, sociale en medische gronden een onjuiste beslissing.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De reden voor afwijzing van klagers verzoek is gelegen in het feit dat in de p.i. Sittard een gedetineerde verblijft met wie klager niet samen geplaatst kan worden wegens collusiegevaar of wraakacties. Deze informatie is terecht gekomen bij een
organisatie die aan de selectieprocedure verbonden is. Voorts is klager op 4 april 2016 in de gevangenis van de locatie Roermond geplaatst. Met de plaatsing van klager daar is de reisafstand voor zijn bezoek uit Heerlen aanzienlijk verkort. Hoewel de
p.i. Sittard dichter bij Heerlen gelegen is, is een plaatsing daar niet mogelijk vanwege eerder genoemde reden. Navraag bij de locatie Roermond leert dat klager, nu hij in het plusprogramma verblijft, ook in de weekenden bezoek zou kunnen ontvangen van
zijn dochter zodat zij niet hoeft te verzuimen van school.

3.3. Ten aanzien van klagers verzoek zijn de volgende adviezen uitgebracht.

De directeur van de p.i. Grave heeft in het selectieadvies van 5 februari 2016 negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek. Hierbij is in aanmerking genomen dat op het voorgeleidingenformulier van klager staat vermeld dat hij niet bij een
medeverdachte geplaatst mag worden die momenteel in de p.i. Sittard verblijft.

Een externe instantie die verbonden is aan justitie heeft geadviseerd klager niet over te plaatsen naar de p.i. Sittard, nu daar een medeverdachte in klagers strafzaak verblijft.

4. De beoordeling
Klager was ten tijde van het nemen van de bestreden beslissing preventief ingesloten voor het arrondissementsparket Den Bosch en verbleef in het h.v.b. van de p.i. Grave. Hij verzocht overplaatsing naar het h.v.b. van de p.i. Sittard in verband met
bezoekproblemen die zijn dochter zou ondervinden. Uit de stukken volgt dat klager niet kon worden overgeplaatst, omdat op zijn voorgeleidingenformulier stond vermeld dat hij, tijdens zijn preventieve insluiting, niet bij een medeverdachte in de p.i.
Sittard geplaatst mocht worden in verband met collusiegevaar of gevaar voor wraakacties. Deze stelling is echter onduidelijk en onvoldoende onderbouwd. Nu niet duidelijk is welke externe instantie deze informatie heeft gegeven en derhalve niet
verifieerbaar is of deze informatie juist is, moet de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep
zal
derhalve gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst
daarvan.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van L.L. Heikens, secretaris, op 8 juni 2016

secretaris voorzitter

Naar boven