Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/0662/GA, 30 mei 2016, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2016

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/662/GA

betreft: [...] datum: 30 mei 2016

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 februari 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. C.G.J.E. Lut om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om op 29 december 2015 zonder glazen scheidingswand bezoek te mogen ontvangen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. In de huisregels van de afdeling voor beheersproblematische gedetineerden (BPG) wordt niet gerept over een maximaal aantal toegestane bezoeken zonder
glazen scheidingswand per maand. De beslissing tot afwijzing van klagers verzoek dient voort te vloeien uit een deugdelijke belangenafweging. Hiervan is niet gebleken. De enige overweging die wordt aangevoerd is dat klager eerder die maand al bezoek
zonder glazen scheidingswand heeft ontvangen. Klager toont positief gedrag op de afdeling. Het bezoek betrof klagers vijfjarige dochter, die niet kan omgaan met bezoek achter de glazen wand. Dit is expliciet door klager medegedeeld. Deze omstandigheden
zijn ten onrechte niet meegewogen bij de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Vast staat dat klager gemotiveerd heeft verzocht om op 29 december 2015 onder anderen zijn dochter zonder glazen scheidingswand te mogen ontvangen.
In de huisregels van de BPG-afdeling staat dat de directeur kan bepalen dat het bezoek achter glas zal plaatsvinden; dit met het oog op – kort gezegd – de belangen van orde en veiligheid in de inrichting of de maatschappij. Hieruit volgt dat de
directeur naar aanleiding van een verzoek als dat van klager een belangenafweging dient te maken.

De directeur heeft in de beklagprocedure aangevoerd dat klager is medegedeeld dat hem eens per maand een bezoek zonder glazen scheidingswand zal worden toegekend. Een dergelijke regel leest de beroepscommissie niet in voornoemde huisregels; zij lijkt
er
eerder mee in strijd. Niet is gebleken dat de directeur overigens een belangenafweging heeft gemaakt. Om die reden is de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek onvoldoende zorgvuldig tot stand gekomen. De beroepscommissie zal het beroep daarom
gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De beroepscommissie zal
deze tegemoetkoming vaststellen op € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
P. de Vries, secretaris, op 30 mei 2016.

secretaris voorzitter

Naar boven